Een stempelgeheugen bewerken of wijzigen
Een stempel-
geheugen
bewerken of
wijzigen
Een stempelgeheugen verwijderen
Een stempel-
geheugen
verwijderen
Ga als volgt te werk om een stempelgeheugen te bewerken of
wijzigen:
1
Als supervisor (zie
Druk op
> Beheer van vooraf ingestelde afdrukken
2
Selecteer een stempelgeheugen uit de lijst die wordt weer-
gegeven op het scherm.
3
Druk op [OK] om te bevestigen.
4
Selecteer het menupad > Wijzig (of typ
Wijziging stempelgeheugen
Het scherm
gegeven.
5
Gebruik de pijlen om de voorkeuren te selecteren en druk
vervolgens op [OK] om de parameters te wijzigen.
6
Druk op
om af te sluiten.
Ga als volgt te werk om een stempelgeheugen te verwijderen:
1
Als supervisor (zie
Druk op
> Beheer van vooraf ingestelde afdrukken
2
Selecteer een stempelgeheugen uit de lijst opgeslagen
stempelgeheugens.
3
Druk op [OK] om te bevestigen.
4
Selecteer het menupad > Verwijderen of typ
5
Druk op [OK] om het stempelgeheugen te verwijderen.
Aanmelden als supervisor
en typ
4
of selecteer het pad:
Aanmelden als supervisor
en typ
4
of selecteer het pad:
p.150):
).
1
wordt weer-
p.150):
2
.
8
169