Reinigen, service en onderhoud
12.7.2
Vervangen van de zwenkvleugels
(1) Zelfborgende moer
(2) Schotelveer
(3) Fixeerbout
(4) Kunststof ring
1. Draai de zelfborgende moer los.
2. Verwijder de zelfborgende moer,
schotelveren en zwenkvleugels van de
fixeerpen.
3. Let erop, dat de kunststof ring op de
fixeerpen blijft.
4. Breng montagepasta (KA 059) aan op het
schroefdraad van de bouten.
5. Monteer de nieuwe zwenkvleugels.
5.1 Schuif de nieuwe zwenkvleugels op de
fixeerpen.
5.2 Schuif de schotelveren met
afwisselende zijden (niet stapelen) op
de fixeerpen.
5.3 Borg de kunststof ring, draaivleugel en
schotelveren met een niet gebruikte,
zelfborgende moer beweegbaar op de
strooischoep.
5.4 Haal de zelfborgende moer met behulp
van gereedschap zo vast aan dat de
zwenkvleugel nog net met de hand
kunt zwenken, maar tijdens de
toepassing niet zelfstandig omhoog
zwenkt.
118
9. Zwenk de afleeszijde van de betreffende strooiplaat naar de
benodigde instelwaarde voor de gewenste werkbreedte. Zie
hiertoe het hoofdstuk "Werkbreedte instellen", blz. 89.
10. Draai de betreffende vleugelmoer van de snelsluiting met de
hand vast (zonder gereedschap).
WAARSCHUWING
Gevaar voor uitwerpen van zwenkvleugels van de strooiplaat als
gevolg van het onbedoeld losraken van de schroefverbindingen!
Vervang beslist ook de gebruikte zelfborgende moeren van de
schroefverbindingen bij het vervangen van de zwenkvleugels door
nieuwe zelfborgende moeren. Een gebruikte zelfborgende moer
beschikt niet meer over de benodigde klemkracht voor het correct
borgen van een schroefverbinding.
Gebruik bij het wisselen van de strooischoepen en zwenkvleugels de
meegeleverde montagepasta. Alleen zo is het opgegeven
aandraaimoment voldoende.
Afb. 91
ZA-M BAG0234.0 05.21