iPod/iPhone-instelling
U kunt "iPod" selecteren uit het instellingshoofdmenu in stap 2.
Instellen van de iPod/iPhone-zoekmodus
On / Off
U kunt met het toestel via acht verschillende zoekmodi zoeken naar de
iPod/iPhone.
Wanneer de zoekmodus is ingesteld op Afspeellijsten/Artiesten/
Albums/Podcasts/Audioboeken, de standaardinstelling On is en
wanneer de zoekmodus is ingesteld op Genres/Componisten/Nummers,
is de standaardinstelling Off.
• Voor meer informatie over de zoekmodus raadpleegt u "Een gewenst
nummer/gewenste titel zoeken" (pagina 13).
Tuner-instelling
U kunt "Tuner" selecteren uit het instellingshoofdmenu in stap 2.
De taal voor PTY (PTY Language) wijzigen
PTY-Language GB (standaardinstelling) / NL / F / D / I / E
U kunt een van de patronen kiezen van de schermtalen.
GB:
ENGELS
NL:
NEDERLANDS
F:
FRANS
D:
DUITS
I:
ITALIAANS
E:
SPAANS
Sterkte van de bronsignalen aanpassen (FM Level)
FM Level High (standaardinstelling) / FM Level Low
Indien het verschil in volume tussen de iPod/iPhone en de FM-radio te
groot is, pas dan de FM-signaalsterkte aan.
Audio-instelling
U kunt "Audio" selecteren uit het instellingsmenu in stap 2.
• Indien een IMPRINT-audioprocessor is aangesloten, kunt u
gedetailleerdere instellingen doorvoeren voor de geluidsinstelling.
Meer informatie vindt u onder "IMPRINT-functie (optioneel)"
(pagina 26).
Het geluidsaanpassingsniveau opslaan (User Preset)
U kunt tot 6 aangepaste/ingestelde gegevens opslaan op dit toestel.
De volgende aangepaste/ingestelde gegevens worden opgeslagen
in een preselectiegeheugen.
Aan te passen/in te stellen items
Aanpassing balans
Aanpassing fader
Loudness-instelling
De centerfrequentie van de lage tonen instellen
De centerfrequentie van de hoge tonen instellen
De HPF instellen
1
Draai aan de dubbelwerkende knop om "User
Preset" te selecteren en druk vervolgens op
/ENTER.
Het gebruikers-preselectiescherm wordt weergegeven.
2
Draai aan de dubbelwerkende knop om een
preselectienummer te selecteren, en houd
vervolgens
/ENTER gedurende minstens
2 seconden ingedrukt.
De aangepaste/ingestelde gegevens worden opgeslagen
in het geselecteerde preselectienummer.
• Het gebruikers-preselectiescherm kan eveneens worden opgeroepen
in de normale modus door
seconden ingedrukt te houden.
Het geluidsaanpassingsniveau oproepen
U kunt de gegevens oproepen die werden opgeslagen in "Het
geluidsaanpassingsniveau opslaan (User Preset)" (pagina 25).
1
Draai aan de dubbelwerkende knop om "User
Preset" te selecteren en druk vervolgens op
Het gebruikers-preselectiescherm wordt weergegeven.
2
Draai aan de dubbelwerkende knop om een
preselectienummer te selecteren en druk vervolgens
op
De aangepaste/ingestelde gegevens van het
geselecteerde nummer worden opgeroepen.
• Het gebruikers-preselectiescherm kan eveneens worden opgeroepen
in de normale modus door
seconden ingedrukt te houden.
Media Xpander in- of uitschakelen (MX)
MX On / MX Off (standaardinstelling)
Wanneer de Media Xpander is ingeschakeld en een externe
audioprocessor is aangesloten, kunt u het niveau van de Media Xpander
aanpassen (meer informatie kunt u vinden in de gebruiksaanwijzing van
de externe audioprocessor).
• Wordt enkel weergegeven wanneer een externe audioprocessor is
aangesloten.
Het MX-niveau instellen (MX Level Adjustment)
Non Effect / Level 1 / Level 2 / Level 3 (standaardinstelling)
MX (Media Xpander) doet de zang of instrumenten helder weerklinken
ongeacht de muziekbron. De FM-radio, de cd, het usb-geheugen en de
iPod/iPhone zullen in staat zijn de muziek duidelijk weer te geven, zelfs
in auto's met veel lawaai van buitenaf.
• Wordt enkel weergegeven wanneer een externe audioprocessor is
aangesloten en MX op ON is ingesteld.
Subwoofer aan en uit (Subwoofer)
Subwoofer On (standaardinstelling) / Subwoofer Off
Voer de volgende instelling door indien een optionele subwoofer is
aangesloten op het toestel.
• Wordt enkel weergegeven wanneer een externe audioprocessor is
aangesloten.
De subwoofer instellen (Subwoofer System)
Referentiepagina
Sys 1 (standaardinstelling) / Sys 2
pagina 20
Deze instelling is enkel beschikbaar wanneer "De subwoofer in- of
uitschakelen" (pagina 21) is ingesteld op ON.
pagina 20
pagina 20
Sys 1:
pagina 20
Sys 2:
pagina 21
pagina 21
(PRESET) gedurende minstens 2
/ENTER.
/ENTER.
(PRESET) gedurende minstens 2
het niveau van de subwoofer wijzigt overeenkomstig
met de hoofdinstelling van het volume.
het niveau van de subwoofer wijzigt niet
overeenkomstig met de hoofdinstelling van het
volume. Bijvoorbeeld: zelfs bij een laag volume is de
subwoofer nog steeds hoorbaar.
25
-NL