BEDIENINGSHANDLEIDING
COOLING PATIENT
PATIENT @SETPT
C.
Tijdens normaal gebruik in MONITOR ONLY MODE geeft het statusscherm de volgende berichten weer:
Statusschermbericht
MONITOR ONLY CELSIUS
MONITOR ONLY FAHRENHEIT
D.
De volgende berichten zijn waarschuwingen en aanwijzingen die op het statusscherm worden weergegeven:
Aanwijzing/ waarschuwingsbericht
CHECK SETPT
SET TEMPERATURE
SETPT xxx.xY *
GRADIENT VARIABLE
OFFSET xxY *
HIGH LIMIT
(defecte sensor) REMOVE FROM
SERVICE
HIGH LIMIT
(defecte sensor) REMOVE FROM
SERVICE
(Patiënt wordt gekoeld) Dit bericht wordt weergegeven op de bovenste regel wanneer de
BLANKETROL III de patiënt afkoelt.
Dit bericht wordt weergegeven op de bovenste regel wanneer de temperatuur van de patiënt de
setpoint-temperatuur heeft bereikt.
Dit bericht wordt weergegeven wanneer de temperatuurschaal is ingesteld op Celsius in
MONITOR ONLY MODE.
Dit bericht wordt weergegeven wanneer de temperatuurschaal is ingesteld op Fahrenheit in
MONITOR ONLY MODE.
(controleer setpoint) Dit bericht verschijnt om de volgende drie mogelijke redenen, gevolgd door
een oplossing:
1.
Gedurende het opstarten wanneer de bediener het apparaat op AAN zet:
a.
Druk op de knop TEMP SET om de setpoint-temperatuur in te stellen.
2.
Wanneer de bediener bij het opstarten een van de drie automatische bedieningsmodi
probeert op te starten met een setpoint-temperatuur voor de patiënt buiten het bereik
van 30 °C - 40 °C (86 °F - 104 °F). Het apparaat staat de bediener niet toe verder te
gaan met de automatische bedieningsmodi voordat de setpoint-temperatuur voor de
patiënt gecorrigeerd is.
a.
Druk op de knop TEMP SET en verander de setpoint-temperatuur tot
binnen het toegestane bereik.
3.
Een 'laag water'-situatie tijdens gebruik kan leiden tot een CHECK SETPT-aanwijzing:
a.
Controleer het waterniveau in het reservoir en vul het water indien nodig bij.
Opmerking: Als de CHECK SETPT-aanwijzing vijf minuten blijft knipperen, zal het apparaat een
alarmsignaal geven tot de bediener de volgende stap neemt. Dit alarmsignaal informeert de
bediener tevens als er een stroomstoring is.
* ('xxx.x' staat voor de temperatuur en 'Y' voor Celsius of Fahrenheit.) Dit bericht verschijnt
wanneer de knop TEMP SET wordt ingedrukt. Of verifieer dat de van te voren ingestelde
temperatuur direct na het inschakelen 37 °C (98,6 °F) is.
* ('xx' staat voor de temperatuur en 'Y' voor Celsius of Fahrenheit.) Dit wordt weergegeven
wanneer de gebruiker de GRADIENT VARIABLE MODE van de BLANKETROL III instelt, nadat
de knop GRADIENT VARIABLE voor de eerste keer is ingedrukt. Wanneer dit wordt
weergegeven, kan de gebruiker de variabele gradiënt offset instellen.
Dit bericht wordt weergegeven wanneer de bovengrens is bereikt omdat het water in de
BLANKETROL III de maximaal toegestane temperatuur van 44,0 °C ± 2 °C (111,2 °F ± 3,6
°F) heeft bereikt. Zodra dit bericht verschijnt, gaat het noodalarm af en worden de verwarming
en de pomp uitgeschakeld. Het alarm kan niet met een knop worden gedempt. Dit bericht blijft
zichtbaar en het noodalarm blijft afgaan totdat het apparaat met de AAN/UIT-knop wordt uitgezet
of de stekker uit het stopcontact wordt getrokken. Als de stekker uit het stopcontact wordt
getrokken voordat het apparaat met de AAN/ UIT-schakelaar is uitgezet, gaat het
stroomstoringsalarm af en gaat de stroomstoring-led branden. Als het apparaat weer wordt
aangezet, verschijnt het bericht opnieuw en gaat het noodalarm weer af. Het apparaat moet
worden nagekeken voordat het weer kan worden gebruikt. De displays met zeven segmenten
(WATER en PATIENT) blijven gedurende deze toestand uit. Neem contact op met de
technische dienst van CSZ.
Dit bericht wordt weergegeven wanneer de software het laat afweten en het water in de
BLANKETROL III de maximaal toegestane temperatuur van 44,0 °C ± 2 °C (111,2 °F ± 3,6
°F) heeft bereikt, waardoor de onafhankelijke beveiliging wordt geactiveerd. Zodra dit
bericht verschijnt, gaat het noodalarm af en worden de verwarming en de pomp uitgeschakeld.
Het alarm kan niet met een knop worden gedempt. Dit bericht blijft zichtbaar en het noodalarm
blijft afgaan totdat het apparaat met de AAN/UIT-knop wordt uitgezet of de stekker uit het
stopcontact wordt getrokken. Als de stekker uit het stopcontact wordt getrokken voordat het
apparaat met de AAN/ UIT-schakelaar is uitgezet, gaat het stroomstoringsalarm af en gaat de
stroomstoring-led branden. Als het apparaat weer wordt aangezet, verschijnt het bericht
opnieuw en gaat het noodalarm weer af. Het apparaat moet worden nagekeken voordat het
weer kan worden gebruikt. De displays met zeven segmenten (WATER en PATIENT) blijven
gedurende deze toestand uit. Neem contact op met de technische dienst van CSZ.
Pagina 32 van 41
BLANKETROL III, Model 233
Functie
Functie