BEDIENINGSHANDLEIDING
Nadat de apparatuur volgens paragraaf (3-2) is opgezet, volgt u de volgende stappen:
A.
Controleer de plaatsing van de 400 Series-sonde bij de patiënt.
B.
Sluit de 400 Series-sonde aan op het 1/4 inch-contact op de rechterkant van het apparaat.
C.
Volg stap (A - I) in paragraaf (3-4). Het Deken/Water-scherm geeft de werkelijke watertemperatuur weer en het
Patient-scherm geeft de werkelijke temperatuur van de patiënt weer.
Het BLANKETROL III-systeem werkt nu in MANUAL CONTROL MODE terwijl de temperatuur van de patiënt bewaakt wordt. U moet
echter ook de temperatuur van de patiënt in de gaten houden. (Zie hiervoor de suggesties voor patiëntenzorg in paragraaf (2-5).)
Als het statusscherm een bericht weergeeft dat niet wordt beschreven in de procedures voor MANUAL CONTROL MODE, dient u de op
het scherm aangegeven wijzigingen door te voeren en/of de lijst met schermberichten in paragraaf (3-10.) te raadplegen. Als het alarm
afgaat en er een knipperend bericht op het statusscherm verschijnt, moet u de aangegeven wijzigingen doorvoeren.
Om het apparaat uit te schakelen of de hyper-/hypothermiebehandeling te stoppen, volgt u de instructies in paragraaf (3-9.).
OPMERKING: OM VAN MANUAL CONTROL MODE NAAR EEN ANDERE MODUS OVER TE
SCHAKELEN, MOET U EERST DE KNOP "TEMP SET" INDRUKKEN EN VERVOLGENS DE
GEWENSTE BEDIENINGSMODUS SELECTEREN.
Om van MANUAL CONTROL MODE naar MONITOR ONLY MODE over te schakelen, hoeft u alleen de knop Monitor Only in te drukken.
3-6.
BEDIENING VAN DE BLANKETROL III-SYSTEEM IN GRADIENT 10C SMART MODE
Instellen van de dekentemperatuur en gebruik van het apparaat is uitsluitend toegestaan op voorschrift van een arts. De
temperatuur van de patiënt en de watertemperatuur van de BLANKETROL III moeten ten minste elke 20 minuten, of zoals
voorgeschreven door een arts, worden gecontroleerd. Tevens moet worden gekeken of de delen van de huid die in contact
staan met de deken nog ongeschonden zijn. Jeugdpatiënten, temperatuurgevoelige patiënten met een vaatziekte,
operatiepatiënten, diabetici en patiënten met de ziekte van Raynoud lopen een groter risico om weefselschade op te lopen.
Hiermee moet rekening worden gehouden bij het selecteren van de temperatuur, duur van therapie en regelmaat van
huidcontroles. Stel de arts onmiddellijk op de hoogte van veranderingen in de toestand van de patiënt zodat ernstig
letsel of overlijden kan worden voorkomen.
De methode van temperatuurbeheersing die door hyper-/hypothermie-apparaten wordt gebruikt, brengt het gevaar met zich
mee dat lichaamsweefsel, met name de huid, zodanig wordt opgewarmd of gekoeld dat letsel kan ontstaan, respectievelijk
brandwonden of bevriezing. De clinicus is verantwoordelijk voor het vaststellen van geschikte temperatuurlimieten in
samenhang met de tijd. Het overschrijden van een watertemperatuur van 40°C voor langdurige periodes kan leiden tot
weefselschade en brandwonden. Clinici moeten de maximale contactperiodes vaststellen op basis van de leeftijd,
klinische aandoening en huidige medicaties van de patiënt. Afhankelijk van de mate en ernst van de verbranding
kunnen ernstige en zelfs dodelijke complicaties optreden.
Vanwege het gevaar van statische elektriciteit moet u eerst uw lichaam ontladen door het frame van de BLANKETROL III of
een ander geaard object aan te raken voordat u een 400 Series-sonde op de BLANKETROL III aansluit. Anders kan
beschadiging door elektrostatische ontlading (ESD) ontstaan. Alle personeelsleden die eventueel de 400 Series-sonde
kunnen aanraken, moeten op de hoogte zijn van deze waarschuwing en van de cursus m.b.t. statische elektriciteit of
elektrostatische ontlading (ESD-training).
De cursus over statische elektriciteit of ESD-training moet ten minste een introductie bevatten waarin wordt uitgelegd wat
elektrostatische lading is, de spanningsniveaus die bij normaal gebruik optreden en de schade aan elektronische
componenten als deze worden aangeraakt door een bediener die statisch geladen is. Bovendien moet worden uitgelegd hoe
u elektrostatische lading kunt voorkomen, en hoe en waarom u uw lichaam aan de BLANKETROL III of een ander geaard
object moet ontladen. Nalatigheid kan beschadiging door elektrostatische ontlading (ESD) tot gevolg hebben.
Als het apparaat in automatische modus wordt gebruikt, wordt het apparaat uitgeschakeld en het CHECK PROBE alarm
geactiveerd als de temperatuur van de patiënt daalt onder 30,0 °C (86 °F). De temperatuur van de patient moet stijgen boven
30,0 °C (86 °F) alvorens het apparaat opnieuw in automatische modus te starten. Het apparaat kan in handmatige modus
worden gebruikt om de patiënt op te warmen boven 30,0 °C (86 °F). Onderbreking van therapie is mogelijk.
Gebruik de GRADIËNT VARIABELE MODUS of de GRADIËNT 10C MODUS niet zonder SLIMME MODUS. Onbedoelde
therapie kan mogelijk voorkomen.
Het BLANKETROL III-systeem kan zo worden ingesteld dat het de temperatuur van de patiënt geleidelijk verandert door het verschil
tussen de watertemperatuur in de BLANKETROL III en de lichaamstemperatuur van de patiënt op ten hoogste 10 °C (18 °F) te houden.
De gradiënt offset (het temperatuurverschil) tussen de temperatuur van de patiënt en het water wordt vervolgens elke 30 minuten met 5
°C (9 °F) verhoogd.
WAARSCHUWING
LET OP
Pagina 26 van 41
BLANKETROL III, Model 233