BEDIENINGSHANDLEIDING
HOOFDSTUK 3. BEDIENING VAN HET BLANKETROL III-SYSTEEM
3-1.
INLEIDING
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe het BLANKETROL III-systeem bediend moet worden om de temperatuur van de patiënt te
bewaken. Zorg dat alle benodigdheden voorhanden zijn en maak de patiënt gereed. Besluit dan welke bedieningsmodus moet worden
gebruikt. Stel tenslotte de juiste instelling in:
AUTOMATIC CONTROL MODE,
MANUAL CONTROL MODE,
GRADIENT 10C SMART MODE,
GRADIENT VARIABLE SMART MODE
MONITOR ONLY MODE.
Voor verdere kennisoverdracht en uitleg is op verzoek bijscholing beschikbaar.
3-2.
OPSTELLEN VAN DE SYSTEEMONDERDELEN
A.
Zorg dat alle verbruiksartikelen en apparatuur voorhanden zijn
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Om redenen van elektromagnetische compatibiliteit mag de BLANKETROL III niet worden gebruikt naast of boven op andere
apparatuur. Potentiële elektromagnetische interferentie kan het gevolg zijn. Andere apparatuur omvat
beademingsapparaten, patiëntenmonitors, apparatuur voor het leveren van anesthesie enz. Elektromagnetische interferentie
betekent dat elektronische apparaten onbedoeld elkaars werking beïnvloeden door het uitstralen van elektromagnetische
energie. Het apparaat voldoet aan de norm IEC 60601-1-2.
Als de BLANKETROL III of de andere apparatuur niet normaal functioneert, dient het hulpmiddel uit gebruik genomen te
worden en door iemand van de biomedische of technische dienst te worden geobserveerd. Zie hoofdstuk 5 voor aanbevolen
scheidingsafstanden tussen andere apparatuur en de BLANKETROL III. Nalatigheid kan tot beschadiging van het
BLANKETROL III-systeem en letsel bij de patiënt leiden.
B.
Plaats de BLANKETROL III vlak bij de patiënt in de buurt van het correcte stopcontact en in een
omgevingstemperatuur van 15 °C - 30 °C (59 °F - 86 °F).
C.
Lees paragraaf (1-2.), waarin de onderdelen van het apparaat en het bedieningspaneel worden uitgelegd.
Alleen gedestilleerd water gebruiken. Gebruik geen gedeïoniseerd water. Gedeïoniseerd water kan corrosie van
onderdelen in het afvoersysteem veroorzaken. Geen kraanwater gebruiken. Mineralen en bezinksels kunnen
onderdelen van het afvoersysteem verstoppen.
Geen alcohol gebruiken. Alcohol kan de deken aantasten.
Niet te ver vullen. Als het reservoir te vol is, kan het overlopen wanneer het water in de deken bij uitschakelen terugloopt in
het systeem.
D.
Controleer het niveau van het gedestilleerde water in het reservoir. Til hiervoor het deksel van de vulopening en
controleer of het water zichtbaar het filter raakt. Vul zo nodig meer gedestilleerd water bij. Als het water lager staat
dan een van te voren ingesteld niveau, klinkt tevens een alarmsignaal en knippert op het statusscherm het bericht
LOW WATER. De gebruiker kan niet verder gaan tot dit is gecorrigeerd. Zie subparagraaf (3-12-D) en (4-3.1) voor
een beschrijving.
E.
Controleer of de netschakelaar in de 'O'-stand staat (apparaat is uit).
BLANKETROL III
Hyper-/hypothermiedeken(s)
Droog laken of baddoek
Aaansluitslang (indien deken dit vereist)
400 Series sonde
Aansluitkabel (bij gebruik van wegwerpsondes)
Gedestilleerd water
WAARSCHUWING
Pagina 19 van 41
BLANKETROL III, Model 233
LET OP