6
Bediening
6.1
Bedieningsconcept
Het bedieningsconcept alsook de aflees- en instelmoge-
lijkheden van het gebruikersniveau zijn eveneens in de ge-
bruiksaanwijzing beschreven.
Een overzicht van de aflees- en instelmogelijkheden van het
installateurniveau vindt u in de paragraaf Overzicht installa-
teurniveau. (→ Pagina 15)
6.2
Overzicht installateurniveau
Code
D.---
--/--
6.3
Installateurniveau oproepen
1.
Roep het installateurniveau alleen op als u een erkende
installateur bent.
2.
Druk tegelijk op
en
◁
Op het display verschijnt S.xx (actuele toestelsta-
tus).
3.
Om naar het installateurniveau te gaan, drukt u op
◁
Op het display verschijnt Code en --.
4.
Stel de waarde 17 (Code) in en bevestig met
5.
Om bij de controleprogramma's (P), de foutcodes (F) en
terug bij de diagnosecodes (D) te komen, drukt u op
6.
Stel met
of
de gewenste waarde in en bevestig
met
.
7.
Bevestig met (
).
8.
Om een instelling af te breken of het installateurniveau
te verlaten, drukt u op
0020244981_01 ecoTEC pro Installatie- en onderhoudshandleiding
S.31
PF
P.--
D F
DP
("i").
.
.
6.4
Live monitor (statuscodes)
+
Statuscodes op het display informeren over de actuele be-
drijfstoestand van het product.
Statuscodes - overzicht (→ Pagina 31)
6.5
Warmwatertemperatuur instellen
Geldigheid: Product met geïntegreerde warmwaterbereiding
Gevaar!
Levensgevaar door legionellabacteriën!
Legionellabacteriën ontwikkelen zich bij tem-
peraturen onder 60 °C.
▶
Zorg ervoor dat de gebruiker alle maatre-
gelen voor de legionellabeveiliging kent
om de geldende voorschriften voor het
voorkomen van legionellabacteriën te ver-
vullen.
▶
Stel de warmwatertemperatuur in.
Voorwaarden: Waterhardheid: > 3,57 mol/m³
–
Watertemperatuur: ≤ 50 ℃
7
Ingebruikname
7.1
Product in- en uitschakelen
▶
Druk op de aan-/uittoets van het product.
◁
Op het display verschijnt het startscherm.
7.2
Controleprogramma's gebruiken
Installateurniveau oproepen + 1x
Door verschillende testprogramma's te activeren, kunt u spe-
ciale functies aan het product activeren.
Testprogramma's – overzicht (→ Pagina 34)
7.3
Verwarmingswater/vul- en bijvulwater
controleren en conditioneren
Opgelet!
.
Kans op materiële schade door minder-
waardige verwarmingswater
▶
Zorg voor verwarmingswater van vol-
doende kwaliteit.
.
▶
Voor u de installatie vult of bijvult, dient u de kwaliteit van
het verwarmingswater te controleren.
Kwaliteit van het cv-water controleren
▶
Neem een beetje water uit het CV-circuit.
▶
Controleer visueel het cv-water.
▶
Als u sedimenterende stoffen vaststelt, dan moet u de
installatie spuien.
▶
Controleer met een magneetstaaf of er magnetiet (ijzer-
oxide) voorhanden is.
Bediening 6
15