9 Verhelpen van storingen
8.4.1
Restopvoerhoogte van de pomp
8.4.1.1 Pompkarakteristiek VC 186, VC 246, VC 256,
VCW 226, VCW 246, VCW 286
400
350
300
250
200
150
100
50
0
0
200
400
600
8.5
Overstroomklep instellen
Opgelet!
Kans op materiële schade door verkeerde
instelling van de hoogefficiënte pomp
Als de druk aan het overstroomventiel ver-
hoogd wordt (naar rechts draaien), dan kan
het bij een ingesteld pompvermogen van min-
der dan 100% tot een foute werking komen.
▶
Stel in dit geval het pompvermogen via
het diagnosepunt D.014 op 5 = 100%.
▶
Demonteer de voormantel. (→ Pagina 9)
▶
Regel de druk met de instelschroef (1).
Druk
Stand van de
in MPa
instelschroef
(mbar)
Rechtse aan-
slag (helemaal
0,035
naar onderen ge-
(350)
draaid)
Middelste stand
0,025
(5 draaien naar
(250)
links)
Vanuit de middel-
0,017
ste stand nog 5
(170)
draaien naar links
▶
Monteer de frontmantel.
20
100% PWM
80%
70%
60%
53%
800
1000 1200
1400
Debiet [ l/h ]
1
Opmerking/toepassing
Als de radiatoren bij fa-
brieksinstelling niet vol-
doende warm worden. In dit
geval moet u de pomp op
max. stand zetten.
Fabrieksinstelling
Als er geluiden aan radi-
atoren of radiatorkranen
optreden
8.6
Tapwaternaverwarming op zonne-energie
instellen
1.
Navigeer in het installateurniveau naar het diagnose-
punt D.058 en zet de waarde op 3.
2.
Zorg ervoor dat de temperatuur aan de koudwateraan-
sluiting van het product niet meer dan 70 °C bedraagt.
8.7
Product aan de gebruiker opleveren
▶
Plak na de installatie de meegeleverde sticker met het
verzoek de handleiding te lezen in de taal van de gebrui-
ker op de voorkant van het product.
▶
Geef aan de gebruiker uitleg over positie en werking van
de veiligheidsinrichtingen.
▶
Instrueer de gebruiker over de bediening van het product.
▶
Wijs de gebruiker vooral op de veiligheidsvoorschriften
die hij in acht moet nemen.
▶
Informeer de gebruiker erover dat het product volgens de
opgegeven intervallen dient te worden onderhouden.
▶
Overhandig de gebruiker alle handleidingen en product-
papieren, zodat hij/zij deze kan bewaren.
▶
Instrueer de gebruiker over getroffen maatregelen voor
de VLT/VGA en wijs hem erop dat hij aan de VLT/VGA
niets mag veranderen.
▶
Wijs de gebruiker erop dat hij geen explosieve of licht
ontvlambare stoffen (bijv. benzine, papier, verf) in de op-
stellingsruimte van het product mag bewaren en gebrui-
ken.
9
Verhelpen van storingen
9.1
Servicemeldingen controleren
verschijnt bijv. als u een onderhoudsinterval ingesteld
hebt en dit verstreken is of als er servicemelding is. Het pro-
duct bevindt zich niet in de foutmodus.
▶
Roep de Live monitor op. (→ Pagina 15)
Voorwaarden: S.46 wordt weergegeven
Het product bevindt zich in de comfortveiligheidsmodus. Het
product loopt met beperkt comfort verder nadat het een sto-
ring herkend heeft.
▶
Om vast te stellen of een component defect is, leest u het
foutgeheugen uit. (→ Pagina 21)
Aanwijzing
Als er geen foutmelding voorhanden is, zal
het product na een bepaalde tijd automatisch
opnieuw naar het normale bedrijf wisselen.
Installatie- en onderhoudshandleiding ecoTEC pro 0020244981_01