INHOUDSOPGAVE pag. ALGEMEEN WAARSCHUWINGEN TOEPASSINGEN TECHNISCHE GEGEVENS EN GEBRUIKSBEPERKINGEN ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN VAN DE A.D. OP DE ELEKTROPOMP AANSLUITING OP DE VOEDINGSLIJN HYDRAULISCHE AANSLUITINGEN KENMERKEN – INTERPRETATIES – WERKING Werking: parameters voor de gebruiker (toetsen MODE en SET voor 2 seconden) Werking: parameters voor de installateur (toetsen MODE en SET en –...
Pagina 6
TOEGANG TOT DE HANDBEDIENDE MODUS VAN DE MACHINE (toets SET en + en – voor 5 seconden) ALGEMENE RESET VAN HET SYSTEEM (toetsen MODE en SET en + en –) HERSTEL VAN DE FABRIEKSINSTELLINGEN (toetsen SET en +) FOUT- EN STATUSCONDITIES oF/ot: WEERGAVEN OP HET DISPLAY INDEX VAN DE TABELLEN...
Ook bij stilstaande motor kan er op netklemmen een gevaarlijke spanning staan. motorklemmen U, V en W (voor de Active Driver M/M 1.1 de motorklemmen R en S) TOEPASSINGEN TECHNISCHE GEGEVENS EN GEBRUIKSBEPERKINGEN A.D.
A.D. M/M 1.1 A.D. M/T 1.0 A.D. M/T 2.2 A.D. T/T 3.0 A.D T/T 5.5 Naar boven Naar boven Werkpositie: wijzend wijzend Max. temperatuur van de vloeistof: Max. bedrijfstemperatuur: Max. druk: Drukregelbereik: Max. buitenafmetingen (LxHxD): Hydraulische koppeling vloeistofinlaat: Hydraulische koppeling vloeistofuitlaat: Beschermingsgraad: Beschermingen:...
Aanbevolen wordt om ter beveiliging van het systeem een differentiaalschakelaar te installeren die correct gedimensioneerd is van type: Klasse A, met instelbare lekstroom, selectief, beschermd tegen piekstromen. De automatische differentiaalschakelaar moet gemarkeerd zijn met de volgende twee symbolen: HYDRAULISCHE AANSLUITINGEN Onderdelen van het systeem 3, 12 4, 11...
afbeelding 1 afbeelding 2 afbeelding 3 KENMERKEN EN INTERPRETATIES Ref. FUNCTIE L – N MONOFASE R – S – T DRIEFASE U - V- W DRIEFASE R – S MONOFASE =IN 3 =IN 2 =IN 1 250 Vac 6 A 250 Vac 6 A LET OP: voor onderlinge verbindingskabels met een lengte van meer dan 1 meter, wordt aanbevolen op beide apparaten afgeschermde kabel te gebruiken met geaarde omhulling...
Pagina 11
Afb. 3 - Voorbeeld van mogelijk gebruik van de gebruikersingangen - Besturing met spanningloos contact Besturing met externe spanning Voorb. gebruik IN 1 AC/DC Voorbeeld gebruik IN 2 AC/DC Voorbeeld gebruik IN 3 AC/DC Voor functies en programmering:...
WERKING : FABRIEKSINSTELLINGEN VAN HET TOETSENBORD (ref. Tabel nr.14 pag. 89) MODE MODE – HOE GAAT U TE WERK BIJ DE EERSTE INSCHAKELING (alleen met ACTIVE DRIVER als accessoire) (ref. Tabel nr.14 pag. 89) 8.3.1 Instelling van de nominale stroom “rC” MODE –...
WERKING : PARAMETERS VOOR DE GEBRUIKERS (ref. Tabel nr.14 pag. 89) Toegang via toetsen MODE en SET, voor 2 seconden 8.4.1 SP : instelling van de set point druk (in bar) MODE – WERKING : PARAMETERS VOOR DE INSTALLATEUR (ref. Tabel nr.14 pag. 89) Toegang via toetsen MODE en SET en –...
8.5.5 rP: instelling van de drukval voor herstart. 8.5.6 Ad : Instelling adres voor onderlinge verbinding. (uitgezonderd A.D. M/M 1.1) Let op: Opmerking: 8.5.7 Eb : Activering booster (vooringestelde waarde 2). (uitgezonderd A.D. M/M 1.1) WERKING : WEERGAVE GEGEVENS EN INSTELLINGEN TECHNISCHE SERVICE (ref.
GI: instelling van de stijging van de integrale coëfficiënt PI. 8.6.3 Om bevredigende drukafstellingen te verkrijgen, dienen in het algemeen zowel GP als GI te worden gewijzigd. Het is namelijk de juiste afstemming tussen deze twee parameters die een optimale drukregeling mogelijk maakt. 8.6.4 FS : instelling van de maximale rotatiefrequentie van de elektropomp FS wordt automatisch uitgelijnd met Fn iedere keer dat er een nieuwe Fn wordt ingsteld.
AE : activering van de antiblokkeer/antivriesfunctie 8.6.8 LET OP: Het is belangrijk dat u zich ervan verzekert dat de geïnstalleerde elektropomp een maximale opvoerhoogte heeft die de capaciteit van het systeem niet te boven gaat. Als dit niet zo is, verdient het de aanbeveling de antivriesfunctie te deactiveren.
8.6.13 ACTIVE DRIVER M/T 2.2 (niet voor A.D. M/M 1.1 e A.D. M/T 1.0) Instelling set point P1 functie ingang 2 8.6.14 O1: Instelling functie uitgang 1 (“alarm actief”) (uitgezonderd A.D. M/M 1.1 en A.D. M/T 1.0) O2: Instelling functie uitgang 2 (“pomp in bedrijf”) (uitgezonderd A.D. M/M 1.1 en A.D. M/T 1.0) Toekenning van de parameters die functies verbinden met de digitale uitgangen OUT1;...
TOEGANG TOT DE HANDBEDIENDE MODUS VAN DE MACHINE Toegang via toetsen SET en + en – voor 5 seconden (ref. Tabel nr.14 pag. 89) Gedurende deze fase zijn alle controles en beveiligingssystemen van het ACTIVE DRIVER systeem gedeactiveerd! Gebruik van de toetsen. Ingedrukte Actie toetsen...
FOUT- EN STATUSCONDITIES (ref. Tabel nr.14 pag. 89) De ACTIVE DRIVER is uitgerust met systemen die in geval van storingen de pomp, de motor, de voedingslijn en de ACTIVE DRIVER zelf beschermen. Gedurende de activering van deze beschermingen is het mogelijk dat er een rotatiefrequentie Fr wordt weergegeven die lager is dan de verwachte frequentie.
13.2 bP : blokkering wegens defect van de druksensor 13.3 LP : Blokkering wegens lage voedingsspanning (uitgezonderd A.D. M/M 1.1 en A.D. M/T 1.0) 13.4 oF/ot : blokkering wegens te hoge stroom in de eindvermogenstrappen met temperatuur van de eindtrappen hoger dan 45°C 13.5 SC : Blokkering wegens directe kortsluiting tussen de fasen van de uitgangsklem –...
GEGEVENSWEERGAVE OP DISPLAY Identificatiecode Beschrijving Fabrieksparameters A.D. A.D. A.D. A.D. A.D. Indicaties op het display bij normale werking M/M 1.1 M/T 1.0 M/T 2.2 T/T 3.0 T/T 5.5 Weergave gegevens en instellingen gebruiker (toetsen MODE en SET 2 seconden) Weergave gegevens en instellingen installateur (toetsen MODE en SET en –...
Pagina 22
GEGEVENSWEERGAVE OP DISPLAY Identificatiecode Beschrijving Fabrieksparameters A.D. A.D. A.D. A.D. A.D. Herstel van de fabrieksinstellingen M/M 1.1 M/T 1.0 M/T 2.2 T/T 3.0 T/T 5.5 (toetsen SET en + voor 2 seconden bij de inschakeling) Fout- en statuscondities...