Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Elektrische Aansluiting Buitenmodule; Temperatuursensoren - REMKO CMF 180 Montage- En Gebruikershandleiding

Inverter warmtepompen handleiding voor de vakman
Verberg thumbnails Zie ook voor CMF 180:
Inhoudsopgave

Advertenties

REMKO CMF / CMT
8.3 Elektrische aansluiting buiten-
module
n
Voor de elektrische aansluiting, wordt het recht
plastic deksel na het losdraaien van de schroef
verwijderd.
Afb. 39: Verwijder het plastic deksel door het los-
draaien van de schroef
1: Schroef
n
De elektrische afzekering van de installatie
moet gebeuren volgens de technische gege-
vens). Houd daarbij rekening met de
gevraagde leidingdiameters!
n
Alle leidingen moeten rekening houdend met
de juiste polariteit worden aangesloten en trek-
ontlast.
n
Volg het aansluitschema en de elektrische
schema's op.
n
De twee-aderige besturingskabel moet op de
klemmen F1, F2 en de aardklem worden aan-
gesloten.
n
Let bij het aansluiten van de besturingskabel
op de juiste polariteit.
n
Wordt de buitenmodule op een dak gemon-
teerd, dan moet deze extra worden geaard,
ook de dragende constructie. (aansluiten aan
de bliksemafleider of de aardelektrode)
n
Het is belangrijk ervoor te zorgen dat alleen de
klemmen L1 (R), L2 (S), L3 (T) en N zijn ver-
bonden (zien Afb. 40).
40
1
Afb. 40: Terminals buitenmodule CMF/CMT 180
AANWIJZING!
1
Let bij het aansluiten van de buitenmodule op
het correct aansluiten van de nulleiding, anders
gaan de varistoren op de netfilterprintplaat van
de buitenmodule kapot.

Temperatuursensoren

n
Afhankelijk van het soort installatie kan het
aantal benodigde sensoren variëren.
n
In de binnenmodule (F11) zijn de VL-sensor,
de retoursensor (F17) en de sensor voor de
vloeistofleiding (TH-2-koelcircuit) al geplaatst
en aangesloten.
n
Voor de plaatsen waar de sensoren aange-
bracht moeten worden, raadpleegt u de
hydraulische schema's.
n
Standaard worden een buitensensor (F9), een
dompelsensor (die bedoeld is als sensor voor
het warme drinkwater (F6)) en een voeler voor
de totale toevoer (T-verzamelaars-F8) meege-
leverd.
n
Als er een zonne-installatie wordt aangesloten
moeten voor het meten van de collectortempe-
raturen PT-1000 sensoren worden gebruikt
(F14)! Alle andere sensoren zijn NTC-sensoren
met een referentieweerstand van 5-kilo-Ohm
bij 25°C.
n
Alle sensoren worden in de schakelkast van de
binnenmodule volgens het aansluitschema
aangesloten.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Cmt 180

Inhoudsopgave