REMKO CMF / CMT
Aansluiten aan het apparaat
n
Demonteer de kap die om de buitenmodule
heen zit. Eventueel kunnen de voorgestanste
doorvoeren worden geopend.
n
Haal de afdekkappen van de buizen. De war-
telmoeren kunnen later bij de montage van pas
komen. Let erop dat de wartelmoer op de buis
zit, voordat deze wordt omgeflensd.
n
Verbind de koelmiddelleidingen eerst met de
hand met de apparaataansluitingen, zodat
u zeker weet dat deze er recht op zitten. Ver-
volgens draait u de schroefverbindingen met
twee passende steeksleutels vast. Er moet met
één sleutel worden tegengehouden (Afb. 37).
Afb. 37: Schroefkoppelingen vastdraaien
1: Vastdraaien met 1e steeksleutel
2: Tegenhouden met 2e steeksleutel
Pipe dimensie
3/8" = 9,52 mm
5/8" = 15,88 mm
n
De geïnstalleerde koelmiddelleidingen inclusief
de geflensde schroefverbindingen dienen van
geschikte isolatie worden voorzien.
n
Bijzondere maatregelen voor de olieterugvoer
van de compressorolie hoeven niet te worden
getroffen.
36
1
2
Aanhaal-draaimoment
32 - 40 Nm
65 - 75 Nm
AANWIJZING!
Er mag alleen gereedschap worden gebruikt,
dat geschikt is voor gebruik in de koeltechniek
(bijv.: buigtang, pijpsnijder, ontbramer en fels-
gereedschap) koelmiddelbuizen mogen niet
worden afgezaagd.
AANWIJZING!
Bij alle werkzaamheden dient te worden uitge-
sloten dat vuil, spaanders, water enz. in de
koelmiddelleidingen terechtkomt!
De buitenmodules worden met de bijpassende
felswartels geleverd.
7.2 Koeltechnische inbedrijfstel-
ling
Controle op lekkages
Sluit het manometerstation met tenminste één
n
Schrader-ventiel van de afsluitkranen aan op
de buitenmodule.
n
De controle op lekkages dient met gedroogde
stikstof en een testdruk van 40 bar in een tijds-
spanne van 30 minuten te worden uitgevoerd.
n
De aansluitingen en verbindingen van de
buizen moeten met geschikte lekzoekappara-
tuur geïnspecteerd worden en mogelijke lekken
worden verholpen.
Ontluchten
De overdruk moet uit de koelmiddelleidingen
n
worden verwijderd.
n
De gebruikte vacuümpomp moet een minimale
absolute onderdruk van 10 mbar hebben, om
vreemde gassen en vocht betrouwbaar uit de
leidingen te verwijderen.
AANWIJZING!
Er moet een vacuüm van min. 20 mbar abs.
worden bereikt!