— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
NAAISTEKEN
2
Bevestig knoopsgatenvoet "A".
• Voor meer informatie, zie "Persvoet
verwisselen" (pagina 33).
47
3
Selecteer steek
• Voor meer informatie, zie "Steken
selecteren" (pagina 56).
4
Plaats de stof met de opening van de zak naar u
toe en zet vervolgens de persvoethendel omlaag
zodat de naald 2 mm (1/16 inch) voor de
zakopening neerkomt.
1 2 mm (1/16 inch)
Leid de bovendraad omlaag door het gat in de
persvoet.
• Duw niet tegen de voorkant van de persvoet
wanneer deze omlaag staat, anders wordt de
trenssteek niet in het juiste formaat gemaakt.
1 Maak de tussenruimte niet kleiner.
5
Trek de knoopsgathendel zo ver mogelijk
omlaag.
a
1 Knoopsgathendel
84
.
1
a
De knoopsgathendel bevindt zich achter de
beugel op de knoopsgatenvoet.
1
2
1 Knoopsgathendel
2 Beugel
6
Houd het uiteinde van de bovendraad losjes in
uw linkerhand en begin met naaien.
Zodra het naaien is voltooid, naait de
machine automatisch verstevigingssteken
en stopt dan.
7
Zet de persvoethendel omhoog, haal de stof
weg en snijd de draden af.
Zet de knoopsgathendel omhoog in de
8
oorspronkelijke stand.
Memo
● Als de stof niet wordt doorgevoerd
(bijvoorbeeld omdat deze te dik is), maakt u
de steeklengte groter. Voor meer informatie,
zie "Steeklengte aanpassen" (pagina 48).