— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
NAAISTEKEN
6
Pas de steekbreedte aan totdat de naald de
vouw van de zoom net pakt.
1
1
2
1 Naaldpositie
2 Bredere steek
3 Smallere steek
■ Als de naald te veel van de zoomvouw pakt
Als de naald te veel van de zoomvouw pakt,
schuift u de steekbreedtehendel omlaag.
Hiermee maakt u de steek smaller, zodat de
naald verder van de vouw komt.
1
1 Achterkant van de stof
2 Voorkant van de stof
64
3
2
3
2
■ Als de naald de zoomvouw niet pakt
Als de naald de zoomvouw niet voldoende
pakt, schuift u de steekbreedtehendel
omhoog. Hiermee maakt u de steek breder,
zodat de naald dichter bij de vouw komt.
1
1 Achterkant van de stof
2 Voorkant van de stof
• Voor meer informatie over het wijzigen van
de steekbreedte, zie "De steeklengte en
steekbreedte aanpassen" (pagina 47).
7
Naai met de vouw van de zoom tegen de
persvoetgeleider.
8
Verwijder de rijgsteken.
1
1 Achterkant van de stof
2 Voorkant van de stof
Memo
● Bij het naaien van stretchstoffen behaalt u
het beste resultaat wanneer u de druk van
de persvoet vermindert. Voor meer
informatie, zie "Persvoetdruk aanpassen"
(pagina 34).
2
2