Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Storingen In Het Verbrandingslucht-/Verbrandingsgastraject; Toestel/Cv-Installatie Vullen; Buitenbedrijfstelling - Vaillant hrPRO VHR NL CW 3/3 Bedieningshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor hrPRO VHR NL CW 3/3:
Inhoudsopgave

Advertenties

4 Bediening
4.7.3 Storingen in het verbrandingslucht-/verbran-
dingsgastraject
De toestellen zijn uitgerust met een ventilator. Als de
ventilator niet goed werkt schakelt het cv-toestel op sto-
ring.
Op het display worden dan de symbolen
storingscode „F.32" weergegeven.
Attentie!
Gevaar voor beschadiging door ondeskundige
veranderingen!
Bij deze storingsmelding moet u contact opne-
men met een erkend installateur om de installa-
tie te laten controleren.

4.7.4 Toestel/cv-installatie vullen

1
Afb. 4.14 Waterdruk van de cv-installatie controleren
Voor een goede werking van de cv-installatie moet de
waterdruk bij een koude installatie tussen 1,0 en 2,0 bar
liggen. Als deze lager is dan 0,8 bar, moet u water bijvul-
len.
Als de cv-installatie zich over meerdere etages uitstrekt,
kan een hogere waterdruk van de installatie nodig zijn.
Vraag hiervoor uw installateur.
Attentie!
Gevaar voor beschadiging voor de gaswandketel.
Gebruik voor het vullen van de cv-installatie
alleen zuiver leidingwater.
Het toevoegen van chemische middelen zoals
bv. beschermingsmiddelen tegen bevriezing of
corrosie (inhibitoren) is niet toegestaan.
Daardoor kunnen pakkingen en membranen
beschadigen en geluiden tijdens de cv-functie
optreden.
Hiervoor en voor eventuele vervolgschade kan
Vaillant BV niet aansprakelijk gesteld worden.
14
en
en de
i
F
P
Voor het vullen en bijvullen van de cv-installatie kunt u
normaal leidingwater gebruiken. In uitzonderingsgeval-
len bestaan er waterkwaliteiten, die onder omstandighe-
den niet geschikt zijn voor het vullen van de cv-installa-
tie (water met veel ijzer of kalk). Neem in een dergelijk
geval contact op met een erkend installateur.
Voor het vullen van de installatie gaat u als volgt te
werk.
• Open alle (thermostatische) radiatorkranen van de
installatie.
• Verbind de vul/aftapkraan van de installatie door mid-
del van een slang met een koudwaterkraan (uw instal-
lateur moet u de vularmaturen laten zien en uitleggen
hoe de installatie gevuld of afgetapt moet worden).
• Draai de vul/aftapkraan langzaam open.
• Draai de koudwaterkraan langzaam open en vul zolang
water bij tot op het display (1) de nodige installatie-
druk is bereikt.
• Sluit de waterkraan.
• Ontlucht alle radiatoren.
• Controleer vervolgens op het display (1) de installatie-
druk en vul zo nodig nog een keer water bij.
• Sluit de vul/aftapkraan en verwijder de vulslang.
4.8

Buitenbedrijfstelling

Afb. 4.15 Toestel uitschakelen
• Om uw gaswandketel geheel buiten bedrijf te stellen,
schakelt u de aan/uitschakelaar (1) in de stand „0".
Attentie!
Vorstbeveiligings- en bewakingsinrichtingen zijn
alleen actief als de aan/uitschakelaar van het
toestel in de stand „I" staat en het toestel niet
is afgesloten van het elektriciteitsnet.
Om ervoor te zorgen dat de veiligheidsinrichtingen
actief blijven, moet u uw gaswandketel tijdens de norma-
le bedrijfsfunctie met de kamerthermostaat in- en uit-
schakelen (informatie daarover vindt u in de betreffende
bedieningshandleiding).
i
F
P
Bedieningshandleiding hrPRO
1

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Hrpro vhr nl cw 4/3

Inhoudsopgave