Weergave Betekenis
Weergave tijdens cv-functie
S. 0
Geen warmtevraag
S. 1
Cv ventilator voorspoelen
S. 2
Cv pomp voorspoelen
S. 3
Cv ontsteken
S. 4
Cv brander aan
S. 6
Cv ventilator naspoelen
S. 7
Cv pomp naspoelen
S. 8
Wachttijd cv
S.31
Zomerfunctie actief
S.34
Cv vorstbeveiliging
Weergave tijdens warmwaterfunctie
S.10
Warmwatervraag
S.14
Brander warm water aan
Weergave bij warmstartfunctie
S.20
Warmtevraag warmstartfunctie
S.24
Warmstartfunctie brander aan
Tab. 4.1 Statuscodes en betekenis (selectie)
4.7
Verhelpen van storingen
Als tijdens de werking van de gaswandketel problemen
optreden kunt u de volgende punten zelf controleren.
Geen warm water, cv blijft koud, toestel schakelt niet
in:
– Zijn de gaskraan in de toevoerleiding van het pand en
de gaskraan van het toestel geopend (zie paragraaf
4.2.1)?
– Is de koudwatertoevoer gewaarborgd (zie paragraaf
4.2.1)?
– Is de elektriciteitsvoorziening in het pand ingescha-
keld?
– Is de aan/uitschakelaar van de gaswandketel ingescha-
keld (zie paragraaf 4.3)?
– Is de draaiknop voor het instellen van de aanvoertem-
peratuur op de gaswandketel niet tot de linker aanslag
gedraaid, dus op vorstbeveiliging gezet (zie paragraaf
4.5.1)?
– Is de waterdruk van de cv-installatie voldoende (zie
paragraaf 4.2.2)?
– Zit er lucht in de cv-installatie?
– Is er een storing in de ontsteking (zie paragraaf 4.7.2)?
Geen storing bij de warmwaterfunctie, cv schakelt
niet in:
- Is er een warmtevraag van het externe regelapparaat
(bv. van regelapparaat calorMATIC) (zie paragraaf
4.5.4)?
Bedieningshandleiding hrPRO
Attentie!
Gevaar voor beschadiging door ondeskundige
veranderingen!
Als uw gaswandketel na controle van de boven-
genoemde punten niet zonder problemen werkt,
moet u contact opnemen met een erkend instal-
lateur om de installatie te laten controleren.
4.7.1 Storingen bij watergebrek
Het toestel gaat in „Storing", als de waterdruk in de cv-
installatie te laag is. Deze storing wordt door de sto-
ringscodes „F.22" (droogkoken) resp. „F.23" of „F.24"
(watergebrek) weergegeven.
Het toestel kan pas weer in bedrijf worden genomen, als
de cv-installatie voldoende met water is gevuld.
4.7.2 Storingen bij het ontsteken
1
2
Afb. 4.13 Storing resetten
Als na vijf ontstekingspogingen geen ontsteking van de
brander volgt, schakelt het toestel niet in en schakelt
naar „Storing". Dit wordt aangegeven door weergave
van de storingscodes „F.28" of „F.29" op het display.
Het rode indicatielampje (1) brandt.
Een nieuwe automatische ontsteking vindt pas na een
handmatige „reset" plaats.
• Druk voor „reset" op de resetknop (2) en houd deze
gedurende ca. één seconde ingedrukt.
Attentie!
Gevaar voor beschadiging door ondeskundige
veranderingen!
Als uw gaswandketel na de derde resetpoging
nog altijd niet inschakelt, moet u contact opne-
men met een erkend installateur om de installa-
tie te laten controleren.
Bediening 4
i
F
P
13