4.4.3 Warm water tappen
1
Afb. 4.7 Warm water tappen
Bij het openen van de warmwaterkraan (1) op een tap-
punt (wastafel, douche, badkuip enz.) gaat het toestel
automatisch aan en levert warm water.
Het toestel schakelt de warmwaterfunctie bij het sluiten
van de warmwaterkraan automatisch uit. De pomp loopt
nog een korte tijd na.
4.4.4 Het gebruik van het toestel als naverwarmer
zonneboiler
Indien uw toestel is aangesloten op een zonneboiler
systeem dan funktioneert het toestel als naverwarmer
van het water dat uit uw zonneboiler stroomt. Dat bete-
kent dat uw toestel het water uit uw zonneboiler naver-
warmt tot de ingestelde temperatuur bereikt is. Indien
het water in uw zonneboiler warmer is dan 60 °C zal uw
toestel in de regel niet in bedrijf komen indien u warm
water tapt.
Attentie!
De warmwatertemperatuur mag nooit lager dan
60 °C ingesteld worden om gevaar door legio-
nella besmetting te voorkomen. Tijdens de
zomer periode mag u het toestel niet uitschake-
len om gevaar door legionellabesmetting te
voorkomen.
Bedieningshandleiding hrPRO
4.5
Instellingen voor de cv-functie
4.5.1 Aanvoertemperatuur instellen (geen kamer-
thermostaat aangesloten)
2
1
Afb. 4.8 Aanvoertemperatuur instellen zonder kamerthermos-
taat
Als geen kamerthermostaat aanwezig is, dan stelt u de
aanvoertemperatuur op de draaiknop (1) in afhankelijk
van de buitentemperatuur. Daarbij adviseren wij de vol-
gende instellingen:
– Stand links (maar niet tot aan de aanslag) in de over-
gangstijd: buitentemperatuur ca. 10 tot 20 °C
– Stand midden bij gematigde koude:
buitentemperatuur ca. 0 tot 10 °C
– Stand rechts bij sterke koude:
buitentemperatuur ca. 0 tot –15 °C
Bij het instellen van de temperatuur wordt de ingestelde
temperatuur weergegeven op het display (2). Na ca. vijf
seconden verdwijnt deze weergave en verschijnt op het
display weer de standaardweergave (actuele waterdruk
van de cv-installatie).
Normaal kan de draaiknop (1) traploos worden ingesteld
tot een aanvoertemperatuur van 75 °C. Als u echter
hogere waarden kunt instellen op uw toestel, dan heeft
uw installateur een zodanige afstelling uitgevoerd, dat
uw cv-installatie ook met hogere aanvoertemperaturen
kan werken.
Bediening 4
i
F
P
11