2019-10 NL 5020079.10B.05
Bij het knoop-aanzetprogramma steekt de eerste afhechtsteek altijd in het linkergat van de knoop.
> Bevestig de knoop-aanzetvoet (RC).
> Druk op het symbool «Knoopsgaten».
> Zet de transporteur omlaag.
> Selecteer het knoop-aanzetprogramma nr. 60.
> Stem de knoop op het naaiproject af.
> Controleer de afstand tussen de gaatjes door aan het handwiel te draaien.Pas de steekbreedte indien
nodig aan.
> Hou de draden bij naaibegin vast.
– De machine naait het knoop-aanzetprogramma en stopt automatisch.
– Als de knoop met een steel moet worden aangenaaid, leg dan een stopnaald op de knoop en naai de
knoop vast.
> Trek aan de beide onderdraden tot de uiteinden van de bovendraad aan de achterkant zichtbaar zijn.
> Knoop de draden met de hand vast.
9.6 Oogjes naaien
Naai het oog voor meer stabiliteit 2 keer.
> Bevestig de zigzagvoet (DA), de borduurvoet (JK) of de open borduurvoet (DN) (optioneel accessoire).
> Druk op het symbool «Knoopsgaten».
> Selecteer het oogprogramma nr. 61 of nr. 62.
> Draai aan de «Multifunctionele knop boven» of «Multifunctionele knop onder» om de grootte van het
oogje te veranderen.
> Naai het oogprogramma.
– De machine stopt automatisch aan het einde van het oogprogramma.
Knoopsgaten
91