Voorbereidingen
32
2.8 Naald en steekplaat
Naald verwisselen
> Zet de naald omhoog.
> Zet de machine uit en trek de stekker uit het stopcontact van het stroomnet.
> Draai de bevestigingsschroef (1) met de schroevendraaier los.
> Verwijder de naaivoet.
> Trek de naald omlaag uit de machine.
> Hou de nieuwe naald (2) met de platte kant naar achteren vast.
> Schuif de naald naar boven tot deze niet verder kan (3).
> Draai de bevestigingsschroef met de schroevendraaier vast.
3
Naald op het scherm selecteren
Na het verwisselen van de naald kan worden gecontroleerd of deze met de geselecteerde steekplaat kan
worden gebruikt.
> Druk op het symbool «Naaldselectie» of «Steekplaatselectie».
> Selecteer de bevestigde naald.
– Als de geselecteerde naald overeenkomt met de geselecteerde steekplaat en naaivoet, kan met naaien
worden gestart.
– Als de geselecteerde naald niet overeenkomt met de steekplaat, verschijnt een rood uitroepteken.
Naaldstop boven/onder (permanent) instellen
> Druk op het symbool «Naaldstop boven/onder (permanent)» om de naaldstopstand blijvend in te stellen.
– De machine stopt met naaldstand onder, zodra het pedaal wordt losgelaten of op de toets «Start/
Stop» wordt gedrukt.
> Druk nogmaals op het symbool «Naaldstop boven/onder (permanent)».
–
De machine stopt met naaldstand boven, zodra het pedaal wordt losgelaten of op de toets «Start/
Stop» wordt gedrukt.
1
2
2019-10 NL 5020079.10B.05