3. Verwijder de luchtinlaatroosters, de terugloopstarter
en de ventilatorbehuizing (Figuur 68).
4. Verwijder vuil en gras van de machineonderdelen.
5. Verwijder de luchtinlaatroosters, de terugloopstarter
en de ventilatorbehuizing (Figuur 68).
1. Motorscherm
2. Luchtinlaatrooster
3. Bout
Scherm van hydraulische
eenheid controleren en
reinigen
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
Belangrijk: De bevestigingen op de deksels
van deze machine zijn zo ontworpen dat ze op
het deksel blijven zitten nadat de bevestiging is
losgemaakt. Draai alle bevestigingen op een deksel
een paar slagen losser zodat het deksel loszit maar
nog wel bevestigd is en draai de bevestigingen
daarna pas helemaal los totdat het deksel eraf komt.
Hiermee voorkomt u dat u per ongeluk de bouten
van de borgringen losdraait.
1. Schakel de aftakas uit en stel de parkeerrem in
werking.
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat.
Figuur 68
4. Ventilatorbehuizing
5. Schroef
3. Verschuif de stoel helemaal naar voren.
4. Laat de motor en het hydraulische systeem afkoelen.
5. Verwijder vuil en gras van de schermen van de
hydraulische eenheid (Figuur 69).
1. Schermen van hydraulische eenheid
6. Verwijder de bout en de kap van de peilstokken.
Reinig rond de peilstok en de hydraulische eenheid
(Figuur 70).
7. Plaats de kap over elke peilstok.
8. Stel de stoel in.
51
Figuur 69