G008803
5. Plaats het scherm van de linker hydraulische eenheid
(Figuur 53).
Bougie controleren
Belangrijk: Bougies nooit schoonmaken.
Verwijder een bougie altijd als deze: een zwarte
laag heeft, als de elektroden versleten zijn, als er
een vettige laag op ligt of als de bougie scheuren
vertoont.
Als de isolator lichtbruin of grijs is, werkt de motor naar
behoren. Een zwarte laag op de isolator duidt meestal
op een vuil luchtfilter.
Stel de afstand in op 0,76 mm.
1
Bougie monteren
Draai de bougie(s) vast met een torsie van 24-30 Nm.
Figuur 54
2
G008794
Figuur 55
Vonkenvanger controleren
(indien aanwezig)
Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren
WAARSCHUWING
Hete systeemonderdelen van de uitlaat kunnen
benzinedampen ontsteken, zelfs nadat de motor is
afgezet. Hete deeltjes die tijdens het gebruik van
de motor uit de uitlaat komen kunnen ontvlambaar
materiaal ontsteken. Brand kan lichamelijk letsel
en materiële schade veroorzaken.
Vul geen brandstof bij en laat de motor niet lopen
totdat de vonkenvanger is geplaatst.
1. Zet de motor af, wacht tot alle bewegende
delen tot stilstand zijn gekomen en verwijder het
contactsleuteltje. Stel de parkeerrem in werking.
2. Wacht tot de geluiddemper is afgekoeld.
3. Als u scheuren in het scherm of in de lassen ziet,
vervang dan de vonkenvanger.
4. Als het scherm verstopt raakt, verwijder dan de
vonkenvanger en schud de deeltjes eruit. Reinig
het scherm met een staalborstel (laat het scherm
indien nodig weken in oplosmiddel). Plaats de
vonkenvanger terug op de uitlaat.
43
Figuur 56