1
7
5
6
3
2
3
1
1
1
Compressor (1) aansluiten (alleen bij RITMO plus M).
Instellingen
Toerental (5) reguleren (stand links = min. toerental, stand rechts = max.
toerental).
Blinde stekker voor afstandsbesturing (6) uittrekken en de stekker van de
compressor insteken. Keuzeschakelaar (7) naar rechts draaien. De
machine start en is gebruiksklaar. Nu kan de mortelconsistentie aan de
uitgang van de drukflens worden gecontroleerd. Indien nodig moet de
instelling aan het naaldventiel worden gewijzigd. Als u het toerental van de
machine wijzigt, moet u de instelling aan het naaldventiel bijstellen. Een
hoger toerental betekent meer water, een lager toerental betekent minder
water. Machine Uit (4). Als de juiste mortelconsistentie is ingesteld, kan de
mortelslang worden aangesloten.
Mortelslang aansluiten
Mortelslangen met behangplaksel voorsmeren en vervolgens op de
morteldrukmanometer (3) aankoppelen.
Geka-aanzuig-hogedrukkoppeling stevig vastschroeven.
Spuittoestel (1) op het andere einde van de morteldrukslang (2) aansluiten.
Luchtslang (3) met het spuittoestel verbinden.
Luchtslang aan de luchtingang (1) EWO aansluiten (alleen bij Ritmo plus
M).
2
Machine Aan (1)
Luchtkraan (2) openen spuiten begint.