13
WIELEN, BANDEN
13.6
Bandenspanning controleren
Info
Een te lage bandenspanning leidt tot buitengewone slijtage en oververhitting van de band.
Een goede bandenspanning garandeert een optimaal rijcomfort en maximale levensduur van de band.
13.7
Spaakspanning controleren
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallen Instabiel rijgedrag door een verkeerde spaakspanning.
–
Op een correcte spaakspanning letten. (De geautoriseerde KTM-garage is u graag van dienst.)
Info
Door een losse spaak raakt het wiel uit balans, waardoor binnen korte tijd nog meer spaken los gaan zitten.
Als de spaken te vast zijn gespannen kunnen ze afbreken door lokale overbelasting.
De spaakspanning regelmatig controleren, vooral bij een nieuwe motorfiets.
–
De voor- en achterbanden controleren op insnijdingen, voorwerpen die tijdens het
rijden in de band zijn gaan zitten en andere beschadigingen.
»
Als er insnijdingen, voorwerpen die tijdens het rijden in de band zijn gaan zit-
ten en andere beschadigingen aan de banden te zien zijn:
–
Banden vervangen.
–
Profieldiepte controleren.
Info
De minimale profieldiepte volgens de nationale wetgeving in acht nemen.
400602-10
Minimale profieldiepte
»
Als de profieldiepte lager is dan de minimale waarde:
–
Banden vervangen.
–
Leeftijd van de banden controleren.
Info
De productiedatum van de banden staat meestal op het opschrift van de
banden en wordt met de laatste vier cijfers van de DOT aanduiding geken-
merkt. De eerste twee cijfers wijzen op de week van productie en de laatste
twee cijfers op het jaar van productie.
KTM adviseert de banden te wisselen, onafhankelijk van de daadwerkelijke
slijtage van de banden, uiterlijk echter na 5 jaar.
»
Als de band ouder is dan vijf jaar:
–
Banden vervangen.
–
Beschermkap verwijderen.
–
Bandenspanning controleren bij koude banden.
Bandenspanning terrein
voor
achter
»
Als de bandenspanning niet overeenkomt met de voorgeschreven waarde:
–
Bandenspanning corrigeren.
–
Beschermkap monteren.
400695-01
≥ 2 mm
1,0 bar
1,0 bar
70