Handleiding Handheld PID-monitor
10. Verbindingsspecifieke bediening –
UltraRAE 3000+
10.1. Verbindingsspecifieke meting
De UltraRAE 3000+ kan verbindingsspecifieke metingen uitvoeren naast de algemene VOC-
meting. Hiervoor moet een RAE-Sep scheidingsbuis (butadieen of benzeen) worden gebruikt en
moet de UltraRAE 3000+ in de buismodus zijn, met gebruikmaking van een lamp van 9,8 eV.
10.2. Meetfasen
Houd bij het maken van een verbindingsspecifieke meting deze volgorde aan:
1. Controleer of de UltraRAE 3000+ gereed is voor de bemonstering
2. Bereid de scheidingsbuis voor
3. Plaats de scheidingsbuis
4. Start meting
5. De UltraRAE 3000+ toont en registreert de meetwaarde(n)
6. Verwijder de scheidingsbuis
10.3. Een meting uitvoeren – UltraRAE 3000+
Voordat u een verbindingsspecifieke meting voor benzeen of butadieen uitvoert met gebruikmaking
van een RAE-Sep™ scheidingsbuis, moet u zich ervan vergewissen dat de UltraRAE 3000+ in de
buismodus is en dat het juiste type buis is geselecteerd. De UltraRAE 3000+ werkt alleen als
scheidingsspecifiek meetapparaat indien hij is uitgerust met een lamp van 9,8 eV. De UltraRAE
3000+ is ontworpen om het type lamp automatisch te detecteren. Het apparaat kan ook handmatig
standaard voor een lamp van 9,8 eV worden ingesteld.
Controleer of de UltraRAE 3000+ is ingesteld om te werken met de buis die u hebt geselecteerd:
1. Open de programmeermodus.
2. Selecteer het type meting.
3. Kies voor buisselectie.
4. Maak een keuze tussen benzeen of butadieen.
5. Sla uw keuze op.
Om de meting te starten, schakelt u de UltraRAE 3000+ in. Het volgende scherm wordt getoond,
met onder meer de CF (correctiefactor) en het type meetgas voor kalibratiereferentie:
Druk op [N/-] om verder te gaan. U ziet dit scherm:
29