Handleiding Handheld PID-monitor
Opmerking: Als het apparaat of de batterij gedurende meer dan 10 uur heeft opgeladen en u het
pictogram 'Fout opladen batterij' en een boodschap 'Laden te lang' ziet, geeft dit aan dat de batterij niet
volledig kan worden opgeladen. Vervang de batterij en controleer of de contacten van het apparaat goed
contact maken met de contactpunten van de mobiele lader (of van de laderstandaard). Wordt de melding
nog steeds getoond, neem dan contact op met uw leverancier of met de technische dienst van RAE
Systems.
4.1. Een oplaadbare reservebatterij opladen
Een oplaadbare Li-ion-batterij kan worden opgeladen als ze zich niet in de monitor bevindt. De
laderstandaard is geschikt voor beide oplaadmethoden. Contactpunten aan de onderkant van de batterij
maken contact met de contacten op de houder, waardoor spanning kan worden overgedragen zonder
verbindingen, en een veermechanisme houdt de batterij tijdens het opladen op haar plaats.
1. Steek de voedingsadapter in de houder van de monitor.
2. Plaats de batterij in de houder met de gouden contacten op de zes corresponderende laadpinnen.
3. Steek de voedingsadapter in de wandcontactdoos.
De batterij begint automatisch met opladen. Tijdens het opladen knippert de secundaire led van de
houder groen. Wanneer het opladen is voltooid, brandt de led continu groen.
Haal de batterij uit de houder door haar naar de achterzijde van de houder te trekken en uit de sleuf te
tillen.
Opmerking: Als u de Li-ion-batterij moet vervangen, kunt u gebruik maken van een pakket van RAE
Systems. Het onderdeelnummer is 059-3051-000.
Opmerking: Een alkaline batterij-adapter (onderdeelnummer 059-3052-000), die gebruik maakt van vier
AA alkaline batterijen (Duracell MN1500) kan in plaats van de Li-ion-batterij worden gebruikt.
Om het risico op ontsteking van een gevaarlijke atmosfeer te beperken, mag u batterijen alleen
opladen en vervangen in ruimtes waarvan bekend is dat ze geen gevaar inhouden. U mag
batterijen alleen verwijderen en vervangen in als niet-gevaarlijk aangemerkte ruimtes.
4.2. Waarschuwing lage spanning
Als de batterijlading onder een vooraf ingestelde spanning zakt, waarschuwt het apparaat door
eenmaal per minuut te piepen en te knipperen; ook knippert het 'lege batterij'-symbool eenmaal
per seconde. U dient het apparaat binnen 10 minuten uit te schakelen en ofwel de batterij op te
laden door het apparaat in de houder te plaatsen of de batterij te vervangen door een nieuw
exemplaar met een volledige lading.
4.3. Klokbatterij
Een interne klokbatterij is bevestigd op een van de printplaten van het apparaat. Deze batterij met een
lange levensduur zorgt ervoor dat instellingen in het geheugen niet verloren gaan wanneer de Li-ion-
batterij of de alkaline batterijen worden verwijderd. De reservebatterij gaat ongeveer vijf jaar mee en
moet worden vervangen door een geautoriseerde onderhoudstechnicus van Honeywell. De batterij kan
niet door de gebruiker worden vervangen.
4.4. Gegevensbeveiliging wanneer het apparaat is
uitgeschakeld
Wanneer het apparaat wordt uitgeschakeld, worden alle actuele realtime gegevens gewist, inclusief de
laatste meetgegevens. De dataloggegevens blijven echter behouden in het niet-vluchtige geheugen. De
dataloggegevens blijven zelfs bewaard als de batterij is ontkoppeld.
WAARSCHUWING!
13