Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Ongelijke Meshoogte Corrigeren - Toro Groundsmaster 300 Series Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Groundsmaster 300 Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

Ongelijke meshoogte
corrigeren
Indien de messen niet op gelijke hoogte zijn afgesteld,
zullen er na het maaien strepen zichtbaar zijn op de
grasmat. Dit probleem kan worden gecorrigeerd door de
messen recht te zetten en ervoor te zorgen dat alle messen
op hetzelfde niveau maaien.
1. Gebruik een waterpas van ongeveer 1 meter lang en
zoek een horizontaal oppervlak op de grond.
2. Plaats de achterzwenkwielen in het bovenste gat van de
zwenkwielvorken en stel de maaihoogte zodanig af dat
alle 6 afstandsstukken voor de maaihoogte onder de
zwenkwielarm zitten.
3. Laat het maaidek neer op een horizontaal oppervlak.
Verwijder de kappen die boven op het maaidek zitten.
Maak de spanpoelies los om alle 3 riemen te
ontspannen.
4. Draai de messen totdat de uiteinden in de lengterichting
liggen. Meet de afstand van de grond tot de voorkant
van de snijrand en noteer deze afstand. Draai
vervolgens hetzelfde mes zodat het andere uiteinde voor
komt en meet opnieuw. Het verschil tussen de afstanden
mag niet meer zijn dan 3 mm. Als dit verschil meer dan
3 mm bedraagt, is het mes krom en moet het worden
vervangen. U moet alle drie messen meten.
5. Vergelijk de metingen van de buitenste messen met het
middelste mes. Het middelste mes mag niet meer dan
10 mm lager zijn dan de buitenste messen. Indien het
middelste mes meer dan 10 mm lager is dan de
buitenste messen, ga dan verder met stap 7 en plaats
opvulstukken tussen het ashuis en de onderkant van het
maaidek.
6. Draai de messen totdat de randen van de messen op één
lijn staan ten opzichte van elkaar. De afstand tussen de
randen van messen die zich naast elkaar bevinden, mag
niet meer dan 3 mm zijn. Als die afstand meer dan
3 mm is, gaat u verder met stap 7 en plaats u
opvulstukken tussen het spilhuis en de onderkant van
het maaidek.
7. Verwijder de tapbouten, platte ringen, borgringen en
moeren van de buitenste as op de plek waar de
opvulstukken moeten worden geplaatst. Om het mes
hoger of lager te zetten, moet een opvulstuk, Onderdeel
Nr. 3256–24, tussen het ashuis en de onderkant van het
maaidek worden geplaatst. Ga verder en controleer de
uitlijning van de messen en plaats opvulstukken totdat
de randen van de messen binnen de gewenste afstand
blijven.
Belangrijk
Gebruik niet meer dan drie opvulstukken
voor één gat. Gebruik minder opvulstukken in naastgelegen
gaten indien er meer dan één opvulstuk voor één gat is
gebruikt.
8. Span alle 3 riemen met de spanpoelies. Plaats de kappen
op het maaidek.
9. Plaats de achterzwenkwielen in de lagere gaten in de
zwenkwielvorken bij een maaihoogte van meer dan
25 mm en stel de maaihoogte af.
10. Monteer het maaidek op de tractie-eenheid; zie
Montage van het maaidek aan de tractie-eenheid,
blz. 21.
25

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

3072230722te3071030710te

Inhoudsopgave