Montage van het maaidek aan
de tractie-eenheid
1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak en zet
de motor af.
2. Plaats het maaidek vóór de tractie-eenheid.
Waarschuwing
De rechter duwarm staat onder een veerspanning
van ongeveer 445 N en de linker duwarm onder
een spanning van 667 N. Als de duwarm plotseling
losschiet, kunt u letsel oplopen.
Een andere persoon moet de duwarm omlaag
drukken.
3. Schuif een grote platte ring (1/2 inch) op beide
tapbouten (7/16 x 3 inch).
4. Laat een andere persoon de rechter duwarm voorzichtig
omlaag drukken totdat de gaten in de bevestiging van de
kogelverbinding op één lijn met de gaten in de
zwenkwielarm staan. Zet de bevestiging van de
kogelverbinding vast aan de zwenkwielarm met 2
tapbouten met grote platte ringen, een platte ring
(7/16 inch), 2 borgringen en moeren (7/16 inch). De
koppen van de tapbouten en grote platte ringen moeten
zich buiten de zwenkwielarm bevinden.
5. Schuif de platte ringen (7/16 inch) op de 2 tapbouten
(7/16 x 3 inch).
6. Laat een andere persoon de linker duwarm voorzichtig
omlaag drukken totdat de gaten in de bevestiging van de
kogelverbinding op één lijn met de gaten in de
bevestigingsbeugel van het maaidek staan. Schuif direct
een blokje hout van 102 x 102 mm tussen de bovenkant
van de duwarm en de onderkant van het chassis.
Waarschuwing
Zorg ervoor dat het blokje niet per ongeluk
wegschuift.
7. Zet de bevestiging van de kogelverbinding vast aan de
bevestigingsbeugel met 2 tapbouten, platte ringen en
flensmoeren (7/16 inch). De koppen van de tapbouten
en de platte ringen moeten contact maken met de
bevestiging van de kogelverbinding.
8. Bevestig de aftakas aan de tandwielkast met een rolpen
en 2 tapbouten en moeren, monteer het scherm en zet de
hefkettingen vast aan de hefarm; zie Aftakas bevestigen
en hefkettingen monteren, blz. 15.
Drijfriemen van maaimes
vervangen
1. Laat de maaidekken neer op de grond. Verwijder de
kappen die boven op het maaidek zitten. Zet de kappen
weg. Maak de spanpoelies los om de riemen te
ontspannen.
2. Verwijder de rijtuigbouten, de borgringen en de moeren
waarmee de tandwielkast vastzit. Til de tandwielkast op
van de bevestigingsplaat en leg deze op het maaidek.
3. Haal de riemen van de aspoelies.
4. Plaats een riem in de onderste poeliegleuf van de
linkeras, schuif de riem onder de bevestigingsplaat van
de riempoelie en leg deze rond de middelste aspoelie.
Span de riem door de spanpoelie tegen de riem te
schuiven en draai de flensmoer van de spanpoelie vast
(Fig. 28).
Figuur 28
1. Onderste riempoelie
5. Plaats de riem van de rechteras onder de
bevestigingsplaat van de tandwielkast en het andere
uiteinde op de poelie van de rechteras. Plaats de riem
van de linkeras onder de bevestigingsplaat van de
tandwielkast en het andere uiteinde op de poelie van de
linkeras. Monteer de tandwielkast en laat de riemen
rond de poelie van de tandwielkast lopen.
6. Leid de riemen van de linker- en de rechteras over de
poelies door de maaimessen rond te draaien. Zet de
bevestigingen van de tandwielkast vast.
7. Span beide riemen met de spanpoelies. Monteer de
kappen op het maaidek.
21
2. Flensmoer