Maaidek loskoppelen van de
tractie-eenheid
1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak, laat het
maaidek neer op de grond, zet de motor af en stel de
parkeerrem in werking.
2. Draai de parkerschroeven los waarmee het scherm is
bevestigd aan de bovenkant van het maaidek, en haal
het scherm weg.
3. Verwijder de rolpen uit de gaffel en de aandrijfas van de
tandwielkast (Fig. 26). Draai ook de tapbouten en
borgmoeren los. Schuif de gaffel van de aandrijfas. Als
de tractie-eenheid zonder het maaidek wordt gebruikt,
moet u de rolpen uit de gaffel van de aftakas halen en
de complete universele as verwijderen van de
tractie-eenheid.
Figuur 26
1. Gaffel van aftakas
2. Rolpen
3. Tapbouten en
borgmoeren
Gevaar
Als de motor wordt gestart terwijl de aftakas kan
ronddraaien, ontstaat kans op ernstig letsel.
U mag nooit de motor starten en de aftakashendel
bedienen als de aftakas niet is bevestigd aan de
tandwielkast van het maaidek.
4. Maak de veer los van de borgpen van de hefcylinder.
Verwijder de borgpennen en de gaffelpennen waarmee
de hefkettingen zijn bevestigd aan de hefarm.
4. Rechter duwarm
5. Gaffels in fase
20
Waarschuwing
De rechter duwarm staat onder een veerspanning
van ongeveer 445 N en de linker duwarm onder
een spanning van 667 N. Als de duwarm plotseling
losschiet, kunt u letsel oplopen.
Een andere persoon moet de duwarm omlaag
drukken.
5. Laat een andere persoon de rechter duwarm omlaag
drukken terwijl u de tapbouten, platte ringen,
borgringen en moeren verwijdert waarmee de
bevestiging van de kogelverbinding vastzit aan de
zwenkwielarm van het maaidek (Fig. 26). Laat
vervolgens de andere persoon de duwarm voorzichtig
omhoog bewegen, waarbij geleidelijk de veerspanning
van 445 N wordt opgeheven.
6. Laat een andere persoon de linker duwarm omlaag
drukken terwijl u de tapbouten, platte ringen,
borgringen en moeren verwijdert waarmee de
bevestiging van de kogelverbinding vastzit aan de
bevestigingsbeugel van het maaidek (Fig. 27). Laat
vervolgens de andere persoon de duwarm voorzichtig
omhoog bewegen, waarbij geleidelijk de veerspanning
van 667 N wordt opgeheven.
Figuur 27
1. Linker duwarm
2. Tapbout en platte ring
3. Flensmoer
4. Bevestiging van
kogelverbinding
7. Rol het maaidek weg van de tractie-eenheid.
5. Zwenkwielarm
6. Kogelverbinding
7. Contramoer