Onderplaat monteren
(modellen 30710 & 30710TE)
1. Parkeer de tractie-eenheid op een horizontaal vlak, zet
de motor af en stel de parkeerrem in werking.
2. Plaats een blok onder de voorkant van de motor om te
voorkomen dat deze tijdens het demonteren verschuift.
3. Verwijder de tapbout en de flensmoer, waarmee de
voorste motorsteun is bevestigd aan het frame. Zet de
ophangbeugel van de onderplaat en de motorsteun vast
aan het frame met een tapbout (3/8 x 1–1/4 inch) en een
flensmoer. Herhaal dit aan de andere kant van de
machine (Fig. 5). Gooi de verwijderde tapbout (3/8 x
1 inch) weg (uitsluitend bij modellen met
benzinemotor).
Opmerking: Bij modellen met een dieselmotor moet een
afstandsstuk met een dikte van 3/8 inch worden geplaatst
tussen de ophangbeugel van de onderplaat en het frame.
Figuur 5
1. Tapbout en flensmoer
2. Motorsteun of
afstandsstuk (alleen bij
modellen met
dieselmotor)
4. Plaats de bevestigingshaken van de onderplaat op de
naaf van de bevestigingsbeugels van de duwarm
(Fig. 6).
Figuur 6
1. Montagehaken van onderplaat
3. Ophangbeugel van
onderplaat
11
5. Zet de onderplaat vast aan de haken met 2 borgmoeren
(5/16 inch) aan beide kanten (Fig. 7).
Figuur 7
1. Onderplaat
2. Haak van onderplaat
6. Hef de achterkant van de onderplaat op en zet deze aan
beide kanten vast aan de ophangbeugels van de
onderplaat met een gaffelpen en een R-pen (Fig. 8).
Druk de R-pen helemaal naar de lus om te voorkomen
dat u deze verliest.
Figuur 8
1. Ophangbeugel van
onderplaat
3. Borgmoeren
2. Gaffelpen
3. R-pen