1. Onder oorspronkelijke hoek slijpen
2. Controleer de balans van het mes met een mesbalans
(Figuur 60). Als het mes horizontaal blijft, is het in
balans en geschikt voor gebruik. Als het mes niet in
balans is, moet u wat metaal afvijlen van het uiteinde
van de vleugel (Figuur 60). Herhaal dit indien nodig
totdat het mes in balans is.
1. Mes
Maaimessen monteren
1. Monteer de bout, de klemring en het mes. Selecteer
het juiste aantal afstandsstukken voor de maaihoogte
en schuif de bout in de spilas (Figuur 58).
Belangrijk: Het gebogen deel van het mes moet
naar de binnenzijde van de maaikast wijzen om
een goede maaikwaliteit te garanderen.
2. Plaats de resterende afstandsstukken en bevestig
deze met een dunne ring en een moer (Figuur 58).
3. Draai de mesbout vast met een torsie van
101-108 Nm.
Mesrem afstellen
1. Schakel de aftakas uit, draai het contactsleuteltje naar
de stand Uit en verwijder het contactsleuteltje.
2. Wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie
verlaat. Stel vervolgens de parkeerrem in werking.
3. Stel indien nodig de montagebouten van de veer
aan zodat het mesremblok beide zijden van de
poeliegroef raakt (Figuur 61).
4. Stel de moer op het uiteinde van de mesrekstang af
zodat er 3 tot 5 mm ruimte is tussen de moer en het
afstandsstuk (Figuur 61).
5. Schakel de messen in. Controleer of het mesremblok
geen contact meer maakt met de poeliegroef.
Figuur 59
Figuur 60
2. Mesbalans
1. Montagebouten van veer
2. Mesremblok
45
Figuur 61
3. Afstand van 3 tot 5 mm