Rijden met de graafmachine
Het model U27-4 HI is met een draaimomentgestuurde automatische schakeling uitgerust, waarmee
de rijmotoren bij bijv. lage snelheid onder gewicht of bij het rijden door bochten automatisch van de
rijstand snel in de comfortabelere rijstand normaal schakelen. Het opnieuw doorschakelen in de
rijstand snel moet echter om veiligheidsredenen altijd handmatig via de drukknop rijstand snel ge-
beuren.
Algemene veiligheidsbepalingen (blz. 13) en veiligheidsbepalingen voor het gebruik (blz. 59) in acht nemen.
Werkzaamheden vóór het dagelijks in bedrijf stellen uitvoeren (blz. 64).
Starten van de motor (blz. 75).
Indicaties en controlelampen controleren (blz. 77).
Waarborgen, dat de boom en het dozerblad zich zoals
op de afbeelding weergegeven, in de rijrichting bevin-
den.
Voor het rijden met de graafmachine moeten de navol-
gende veiligheidsaanwijzingen in elk geval worden op-
STOP
gevolgd.
Bij werkzaamheden op een helling moet rekening worden gehou-
den met de hellingshoek van de graafmachine (zie afbeelding).
Klimvermogen
Max. helling in dwarsrichting
Graafbak tijdens het rijden zo laag mogelijk houden.
Ondergrond op draagvermogen, aanwezige kuilen of andere
obstakels controleren.
80
36 % resp. 20°
27 % resp. 15°
Bedrijf
Rijrichting
RH418-8144-7
07/2018