Onderhoud
Koelvloeistofslangen en slangklemmen - Controleren
Controle alleen met koude motor uitvoeren, er bestaat verbrandingsgevaar!
STOP
Motorruimteafdekking en zijklep openen (blz. 136).
Alle koelvloeistofslangen (1) aan motor en van koeler resp. van
warmteblazer (cabine-uitvoering): toestand (scheuren, uitbol-
lingen, verharde plekken), dichtheid en vaste zitting van klem-
men (2) controleren. Zo nodig moeten de slangen door ge-
schoold personeel worden vervangen.
Motorkap en zijklep sluiten.
Brandstofleidingen en luchtaanzuigslangen - Controleren
Motorkap openen (blz. 136).
Alle bereikbare brandstofleidingen (1), luchtaanzuigslangen (3)
en klemmen (2) op toestand en goede bevestiging controleren.
Beschadigde onderdelen moeten worden hersteld resp. ver-
vangen.
Motorkap sluiten.
RH418-8144-7
07/2018
1
2
2
2
2
1
1
2
3
1
149