Bediening van het voertuig
7
Rijomstandigheden
• Controleer of alle passagiers zitten met hun veiligheidsgordel (indien aanwezig) vastgemaakt
en de handgrepen of leuningen gebruiken. De bestuurder moet beide handen aan het stuur
houden.
• Controleer of de voorwielen in de rijrichting staan.
• Zorg ervoor dat er zich geen obstakels in het pad van het voertuig bevinden.
• De contactsleutel staat op ON (AAN).
• Het voertuig staat volledig stil.
Om het voertuig achteruit te bewegen:
1.
Zet de Forward/Neutral/Reverse-regelaar (FNR) op R. Controleer of de multifunctionele zoemer
werkt.
2.
Ontgrendel de parkeerrem.
3.
Duw het gaspedaal langzaam in.
LANGZAAM RIJDEN OF STOPPEN
1.
Laat het gaspedaal los.
2.
Duw het rempedaal in.
HET VOERTUIG PARKEREN
1.
Stop het voertuig.
2.
Schakel de parkeerrem in om te voorkomen dat het voertuig beweegt.
3.
Zet de Forward/Neutral/Reverse-regelaar (FNR) op N.
4.
Draai de sleutel naar OFF.
5.
Verwijder de sleutel. Bewaar de sleutel op een veilige plaats.
RIJOMSTANDIGHEDEN
ONVERHARDE OPPERVLAKKEN
Voorzorgsmaatregelen bij het rijden op onverharde of slechte oppervlakken:
• Verlaag de voertuigsnelheid.
• Wees uiterst voorzichtig.
HELLING OMHOOG
WAARSCHUWING
Pagina 62
KANTELEN VAN HET VOERTUIG KAN ERNSTIG PERSOONLIJK
LETSEL OF DE DOOD VEROORZAKEN. VOORKOMEN STOPPEN OP
EEN HEUVEL BIJ HET SLEPEN OF MET EEN BELADEN VOERTUIG.
ALS EEN VOERTUIG MET LADING OP EEN HELLING MOET
STOPPEN, VOORKOM DAN ACHTERUIT ROLLEN EN PLOTSELING
STARTEN OF STOPPEN.
GEBRUIK HET GASPEDAAL NIET OM DE HET VOERTUIG OP EEN
BEPAALDE POSITIE OP EEN HELLING VAST TE HOUDEN.
WANNEER U STILSTAAT OP EEN HELLING, GEBRUIKT U HET
REMPEDAAL OM OP DIE PLAATS STIL TE BLIJVEN STAAN.
TEMPO 2+2 LITHIUM-ION
Gebruikershandleiding
TPCC01AP00NL019 (Editie D)