GEBRUIKS-EN ONDERHOUDSHANDLEIDING - COMPACT 8, 8W, 10, 10N, 12
Opgelet !
Alle bedieningen worden
onderbroken zodra men, voor
het laden van de accu's, de
stekker in het stopcontact
220V steekt.
Opgelet !
Geen
booglaswerkzaamheden
uitvoeren aan de machine met
aangesloten accu.De accu's
niet gebruiken om een andere
machine op te starten.
4.6.2 - Inbedrijfstellen
Het juiste peil van de elektrolyt controleren.
Voorzichtig omgaan met de accu's tijdens de eerste cycli. Er op toezien dat de
ontladingen niet groter zijn dan 80% van het nominaal vermogen. De accu's
beginnen met hun hele capaciteit te presteren na een tiental werkcycli. Geen
accuwater toevoegen voordat 10 laadcyclussen zijn afgerond.
4.6.3 - Ontladen
•
Nooit de accu's ontladen voor meer dan 80% van hun capaciteit in 5 uur.
•
De accu's nooit in ontladen toestand laten.
•
Als de tractiebatterij ontladen is en slechts één diode voor laadcontrole brandt, is hef-
fing van het platform onmogelijk. Neerhalen van het platform blijft mogelijk.
•
Procedure voor het voorlopig herstellen en voor noodoperaties (zie 4.7, pagina 40).
•
Zich er van vergewissen dat het controletoestel goed functioneert.
•
Bij koud weer, het heropladen niet uitstellen, want dan bestaat kans dat de elektrolyt
bevriest.
4.6.4 - Laden
•
Wanneer heropladen ?
- als de accu's ontladen zijn voor 35 tot 80% van hun nominale capaciteit.
- na een langdurige inactiviteit.
•
Hoe heropladen ?
- Zich er van vergewissen dat het stopcontact aangepast is aan het
stroomverbruik van de acculader.
- elektrolyt bijvullen tot aan het minimumpeil indien het in één van de
elementen beneden dit minimumpeil gedaald is.
- werken in een reine en verluchte ruimte, ver van elke vlam.
- de deksels openmaken.
- de acculader gebruiken die zich aan boord van de machine bevindt, daar
die een laaddebiet afgeeft, aangepast aan de het vermogen van de accu.
•
Gedurende het laden :
- de doppen van de elementen niet verwijderen noch openen.
- zich er van vergewissen dat de temperatuur van de elementen niet de
grens van 45°C overschrijdt (opletten in de zomer of in een warme
ruimte).
•
Na afloop van het laden
- de elektrolyt indien nodig op peil brengen.
4.6.5 - Onderhoud
•
Bij normaal gebruik, één keer per week het elektrolytpeil controleren alvorens tot het
laden over te gaan.
•
Indien nodig bijvullen
- met gedistilleerd of gedemineraliseerd water
- nadat de accu geladen is.
•
Nooit zuur toevoegen (als zuur uitgelopen is bij omvallen, contact opnemen met de
D.N.V. PINGUELY-HAULOTTE).
•
Nooit ontladen accu's voor langere tijd laten rusten.
•
Overlopen vermijden.
•
De accu's reinigen om zoutvorming of zwerfstromen te vermijden.
- het bovenvlak wassen zonder de doppen te verwijderen.
- droogmaken met perslucht, met zuivere doeken ...
- de accupolen invetten.
•
Voor de onderhoudswerkzaamheden die aan de accu's uitgevoerd worden, dienen
de nodige voorzorgsmaatregelen te worden genomen (handschoenen aan en veili-
gheidsbril op).
39