7.5 Condensatieleidingen
7.5.1 Interne aansluitingen
CHYHBH05+08AF + EHYKOMB33A
Daikin Altherma R Hybrid
4P471761-1E – 2020.10
WAARSCHUWING
▪
Vul de condensatieopvangbak ALTIJD met water en plaats deze op de ketel
alvorens de ketel op te starten. Zie de onderstaande illustratie.
▪
Door de condensatieopvangbak NIET te plaatsen of te vullen, kunnen
schoorsteengassen in de installatiekamer terechtkomen en gevaarlijke situaties
ontstaan!
▪
Om de condensatieopvangbak te plaatsen MOET het voorste deksel naar voren
worden getrokken of volledig verwijderd.
OPMERKING
Er wordt geadviseerd eventuele externe condensatieleidingen te isoleren en te
vergroten tot Ø32 mm om te voorkomen dat het condenswater bevriest.
INFORMATIE
Het condensatieafvoersysteem MOET van plastic gemaakt zijn; er mogen geen
andere materialen worden gebruikt. De afvoerbuis MOET een minimale gradiënt van
5~20 mm/m hebben. Condensatieafvoer via de goot is NIET toegelaten vanwege het
risico van bevriezing en de mogelijke schade aan de materialen.
Indien mogelijk moet de condensatieafvoerleiding zo worden geleid en eindigen
dat het condenswater door de zwaartekracht weg van de ketel stroomt naar een
geschikt intern afvoerpunt voor afvalwater, zoals een interne goot- en
ontluchtingspijp. Een geschikte permanente aansluiting op de afvalwaterpijp moet
worden gebruikt.
7
Installatie
|
Uitgebreide handleiding voor de installateur
55