8
|
Configuratie
Uitgebreide handleiding voor de installateur
126
Wanneer de regeling via de kamerthermostaat gebeurt, wordt vorstbescherming
kamer gegarandeerd, zelfs wanneer de startpagina van de kamertemperatuur op
de gebruikersinterface UIT is. Wanneer Vorstbescherming kamer ([2‑06])
ingeschakeld is en de kamertemperatuur onder de vorstbeschermende
kamertemperatuur ([2‑05]) valt, zal de unit aanvoerwater naar de warmteafgevers
leiden om de kamer opnieuw op te warmen.
#
Code
N.v.t.
[2-06]
N.v.t.
[2-05]
INFORMATIE
Indien er zich een U5-storing voordoet:
▪
wanneer 1 gebruikersinterface aangesloten is, wordt vorstbescherming kamer
NIET gegarandeerd,
▪
wanneer
gebruikersinterface, die gebruikt wordt om de kamertemperatuur te regelen,
losgekoppeld is (door een foute bedrading of een beschadigde kabel), wordt de
vorstbescherming kamer NIET gegarandeerd.
OPMERKING
Als Noodgeval op Handm ([A.6.C]=0) is ingesteld en de unit wordt getriggerd om het
noodbedrijf te starten, zal de gebruikersinterface eerst hiervoor een bevestiging
vragen vooraleer te starten. Zelfs wanneer de gebruiker het noodbedrijf NIET
bevestigt, blijft vorstbescherming kamer ingeschakeld.
[C‑07]=1: regeling via externe kamerthermostaat
Wanneer de regeling via een externe kamerthermostaat gebeurt, wordt
Vorstbescherming kamer gegarandeerd door de externe kamerthermostaat, op
voorwaarde dat de startpagina van de aanvoerwatertemperatuur op de
gebruikersinterface AAN is en de instelling van de automatische noodstop ([A.6.C])
op "1" staat.
Bovendien is een beperkte vorstbescherming door de unit mogelijk:
Vorstbescherming kamer
▪
0: uitgeschakeld (standaard)
▪
1: geactiveerd
Vorstbeschermende kamertemperatuur
4°C~16°C (standaard: 8°C)
2
gebruikersinterfaces
Beschrijving
aangesloten
zijn
en
CHYHBH05+08AF + EHYKOMB33A
Daikin Altherma R Hybrid
4P471761-1E – 2020.10
de
tweede