8
|
Configuratie
Uitgebreide handleiding voor de installateur
112
#
Code
[A.2.2.B]
[C-08]
Digitale I/O-printplaat
Deze instellingen moeten alleen gewijzigd worden als de optionele digitale I/O-
printplaat geplaatst wordt. De digitale I/O-printplaat heeft veel functies die
geconfigureerd moeten worden.
#
Code
[A.2.2.6.2]
[D-07]
[A.2.2.6.3]
[C-09]
Beschrijving
Extrn sensor
Als een optionele externe omgevingssensor is
aangesloten, moet het type van de sensor
ingesteld worden.
▪
0 (Nee) (standaard): NIET geïnstalleerd. De
thermistor in de gebruikersinterface en deze in
de buitenunit worden gebruikt om metingen
uit te voeren.
▪
1
(Buitensensor):
buitensensor zal gebruikt worden om de
buitenomgevingstemperatuur
Opmerking: Voor sommige functies wordt nog
steeds de temperatuursensor in de buitenunit
gebruikt.
▪
2
(Kamersensor):
temperatuursensor in de gebruikersinterface
wordt NIET meer gebruikt. Opmerking: Deze
waarde heeft alleen een betekenis in de
kamerthermostaatregeling.
Beschrijving
Solarkit
Geeft aan dat de tank voor warm tapwater ook
via thermische zonnepanelen opgewarmd wordt.
▪
0 (Nee) (standaard): NIET geïnstalleerd.
▪
1 (Ja): Geïnstalleerd. De tank voor warm
tapwater kan –naast de boiler– ook via
thermische zonnepanelen opgewarmd worden.
Stel deze waarde in wanneer thermische
zonnepanelen geplaatst worden.
Alarm-output
Geef de logica aan van de alarm-output op de
digitale I/O-printplaat tijdens een storing.
▪
0 (Normaal
open): De alarm-output wordt
geactiveerd wanneer zich een alarm voordoet.
Met deze instelling kan een onderscheid
worden gemaakt tussen het detecteren van
een alarm en het detecteren van een
stroomstoring.
▪
1 (Norm. gesloten): De alarmuitgang wordt
NIET geactiveerd wanneer zich een alarm
voordoet.
Zie tevens onderstaande tabel (logica alarm-
output).
Geïnstalleerd.
De
te
meten.
Geïnstalleerd.
De
CHYHBH05+08AF + EHYKOMB33A
Daikin Altherma R Hybrid
4P471761-1E – 2020.10