6
|
Voorbereiding
6.3.2 De koelleidingen isoleren
6.4 De waterleidingen voorbereiden
6.4.1 Vereisten voor de watercircuits
Uitgebreide handleiding voor de installateur
38
9,5 mm
≥1 mm
(3/8")
12,7 mm
≥0,8 mm
(1/2")
15,9 mm
≥1 mm
(5/8")
Het gebruik van verloopstukken kan nodig zijn naargelang de buitenunit. Zie
"7.6.8 Verloopstukken gebruiken om de leidingen op de buitenunit aan te
4
sluiten" [
63] voor meer informatie.
▪
Neem polyethyleenschuim als isolatiemateriaal:
-
met een warmteoverdrachtsfactor begrepen tussen 0,041 en 0,052 W/mK
(0,035 en 0,045 kcal/mh°C)
-
bestand tegen minstens 120°C
▪
Isolatiedikte
6,4 mm
8~10 mm
(1/4")
9,5 mm
10~14 mm
(3/8")
12,7 mm
14~16 mm
(1/2")
15,9 mm
16~20 mm
(5/8")
Ø
Ø
i
i
Ø
Ø
p
p
t
Als de temperatuur hoger is dan 30°C en de vochtigheid meer dan 80% bedraagt,
moet het isolatiemateriaal minstens 20 mm dik zijn om condensatie aan de
oppervlakte van de isolatie te voorkomen.
Gebruik
afzonderlijke
koelgasleidingen.
INFORMATIE
Lees ook de voorzorgsmaatregelen en vereisten in de volgende hoofdstukken in de
"1 Algemene
veiligheidsmaatregelen" [
OPMERKING
Wanneer
kunststofleidingen
zuurstofdiffusiedicht zijn overeenkomstig DIN 4726. De diffusie van zuurstof naar de
leidingen kan overmatige corrosie veroorzaken.
▪
De leidingen aansluiten – Wetgeving. Maak alle leidingaansluitingen
overeenkomstig de toepasselijke wetgeving en de aanwijzingen in hoofdstuk
"Installatie" en houd hierbij rekening met de waterinlaat en -uitlaat.
≥10 mm
≥13 mm
≥13 mm
≥13 mm
warmte-isolatiebuizen
4
6].
worden
gebruikt,
voor
de
koelvloeistof-
zorg
ervoor
dat
CHYHBH05+08AF + EHYKOMB33A
Daikin Altherma R Hybrid
4P471761-1E – 2020.10
en
deze