Papier en ander afdrukmateriaal
4. Plaats het papier in de lade. Stel de papiergeleiders in de lade af op het formaat van
het papier.
• Plaats het papier met de beeldzijde omlaag in de lade.
• Plaats geperforeerd papier met de gaten naar de rechterkant van de printer
gericht.
• Zorg dat het papier niet boven de maximum vullijn uitkomt. Als de lade te vol
zit, kunnen papierstoringen optreden.
5. Schuif de lade in de printer en duw deze helemaal naar binnen.
6. Als u via het scherm Papierinstellingen op het bedieningspaneel hierom wordt
gevraagd, controleert u het papierformaat, de papiersoort en -kleur.
7. Selecteer Bevestigen als u klaar bent.
Papierformaat en -soort instellen
Selecteer na het plaatsen van papier in de papierlade het juiste papierformaat en de
juiste papiersoort via het bedieningspaneel. Voor afdrukken via de computer selecteert
u het papierformaat en de papiersoort in de applicatie die u op uw computer gebruikt.
OPMERKING
De gemaakte instellingen in de printerdriver op uw computer onderdrukken de instellingen
op het bedieningspaneel.
Als u de papierlade hebt gesloten, worden de instellingen voor Papierformaat en -soort
automatisch weergegeven. Als de instellingen kloppen, gebruikt u ze. Anders volgt u de
onderstaande procedure om de instellingen voor het formaat en de soort van het
geplaatste papier te wijzigen.
Het papierformaat instellen
1. Druk op Menu op het bedieningspaneel.
4-10
Xerox
®
Phaser
®
3330 printer
Handleiding voor de gebruiker