Installatiehandleiding
Dampafzuiger DI-SE10 / DI-SE12
Kookeilandkap
Gebruikswijzen: afzuiging / circulatie
Montage
1. Bevestig papiersjabloon C aan het plafond. Boor 6 gaten (ø 10 mm) en doe de
pluggen er in.
2. Afzuigwerking:
Bevestig de luchtafvoerslang D aan luchtafvoer (min. ø 150 mm) in het plafond.
Luchtcirculatiewerking:
Schroef keerstuk E op dragersupport T1. Schroef de verlengingen G op ovenbreedte
vast. Bevestig de luchtafvoerslang D aan het keerstuk.
3. Stel de dragersupports T1, T2 in op de juiste lengte (rasterafstand: 10 mm) en draai
die met 8 schroeven S1 (ø 4 × 8 mm) vast.
4. Bevestig de dragersupports met 6 schroeven S2 (ø 6 × 70 mm) aan het plafond.
5. Voorzie de bovenste beplatingen V1, V2 met kooimoeren M. Schroef beide
delen met veer F en schroef S3 (M4 × 7 mm) aan elkaar. Schuif het geheel op
de dragersupports.
6. Schroef 4 schroeven S4 (ø 4 × 8 mm)onder in de draagsupport T2. Hang kap H in
de sleutelgaten.
7. Demonteer de vetfilters.
8. Schroef de schroeven S4 vast en borg de kap extra met 2 schroeven S5
(ø 4 × 8 mm).
9. Sluit de kabelstekker J en 2-polige stekker K aan. Let daarbij op de correcte positie
van stekker J!
10. Voer de elektrische aansluiting uit (zie «Elektrische aansluitingen»).
11. Bevestig de metalen ring R op de afvoerluchtaansluiting en monteer de luchtafvoer-
slang D. Zorg dat die knikvrij en goed gestrekt is.
12. Bevestig de bovenste beplatingen V1, V2 met 2 schroeven S6 (ø 3 × 9 mm).
13. Voorzie de onderste beplating V4 van kooimoeren M en zet die van achteren op de dragersupport T2. Zet de onderste
beplating V3 er voor op en schroef beide delen met veer F en schroef S3 (M4 × 7 mm) aan elkaar.
14. Plaats de onderste deklatten U2. Snij de bovenste deklatten U1 op de juiste lengte en breng ze aan.
15. Zet de vetfilters er in.
3.
T1
T2
S1
M
V1, V3
6./8.
H
5./13.
T2
V2, V4
S5
F
S3
9.
S4
J
K
3
J393.117-0
11.2.09 ITH
C
V1
D
V3
T2
H
E
G
T1
12.
T1
V2
S6
V1
F
U1
S3
U2
S2
V2
T1
U1
R
V4
U2
14.
U1