R De camera kan de scherpstelafstand in meters of feet aangeven. Gebruik de A SCHERM SET-UP > EENHEDEN
AF-SCHAAL optie in het setup menu (P 106) om de gebruikte units te kiezen.
R Als AAN is geselecteerd voor G AUTOFOCUS INSTELLING > PRE-AF in het opnamemenu (P 93), focus zal con-
tinu aangepast worden in de standen S en C zelfs wanneer de ontspanknop niet wordt ingedrukt.
■ De scherpstelindicator
De scherpstelindicator wordt groen wanneer op het onderwerp is scherpgesteld en
knippert wit wanneer de camera niet in staat is om scherp te stellen. Haakjes ("( )")
geven aan dat de camera aan het scherpstellen is en worden continu weergegeven in
stand C. j wordt weergegeven in de handmatige scherpstelstand.
Scherpstelling controleren
Scherpstelling controleren
Om in te zoomen op het huidige scherpstelgebied (P 78) voor
precieze focus, drukt u op het midden van de instelschijf. Druk opnieuw
om het zoomen te annuleren. In de handmatig scherpstelmodus kan
zoom aangepast worden door de instelschijf naar links of rechts te
drukken wanneer STANDAARD of FOCUS PIEK HIGHLIGHT geselec-
teerd is voor c HF ASSISTENTIE, terwijl als AAN is geselecteerd voor
A SCHERM SET-UP > SCHERPSTELLOEP, zal de camera automatisch inzoomen op het geselecteerde scherpstel-
gebied wanneer de regelring is gedraaid. Scherpstelzoom is niet beschikbaar in de scherpstelstand C of wanneer
G AUTOFOCUS INSTELLING > PRE-AF aan is of een andere optie dan r ENKEL PUNT is geselecteerd voor
G AUTOFOCUS INSTELLING > SCHERPSTELLING.
P
Scherpstelindicator
M
M
Scherpstelstand
4000 5.6
400
75