Probleemoplossing
Probleemoplossing
Problemen en oplossingen
Problemen en oplossingen
■ ■ Voeding en batterij
Voeding en batterij
Probleem
Probleem
• • De batterij is leeg
De batterij is leeg: Laad de batterij (
De camera kan niet worden
De camera kan niet worden
• • De batterij is niet goed geplaatst
De batterij is niet goed geplaatst: Plaats de batterij nogmaals en in de juiste richting in het compartiment (
ingeschakeld.
ingeschakeld.
• • Het afdekkapje van het batterijcompartiment is niet vergrendeld
Het afdekkapje van het batterijcompartiment is niet vergrendeld: Vergrendel het afdekkapje van het batterijcomparti-
ment (P
ment (
Het scherm gaat mogelijk niet aan als de camera wordt uitgezet en zeer snel daarna weer wordt aangezet. Druk de
Het scherm gaat mogelijk niet aan als de camera wordt uitgezet en zeer snel daarna weer wordt aangezet. Druk de
Het scherm gaat niet aan.
Het scherm gaat niet aan.
ontspanknop half in om het scherm aan te zetten.
ontspanknop half in om het scherm aan te zetten.
• • De batterij is koud
De batterij is koud: Warm de batterij op in een van uw zakken of op een andere plaats en stop de batterij pas vlak
voordat u gaat fotograferen in de camera.
voordat u gaat fotograferen in de camera.
• • Er zit vuil op de polen van de batterij
Er zit vuil op de polen van de batterij: Maak de polen van de batterij schoon met een zachte, droge doek.
De batterij raakt snel leeg.
De batterij raakt snel leeg.
• • AAN
AAN is geselecteerd voor
• • S
S is geselecteerd voor opnamestand
• • De batterij is heel vaak opgeladen
De batterij is heel vaak opgeladen: Het einde van de levensduur van de batterij is bereikt. Koop een nieuwe batterij.
De camera wordt plotseling
De camera wordt plotseling
De batterij is leeg: Laad de batterij (
De batterij is leeg
uitgeschakeld.
uitgeschakeld.
De batterij wordt niet
De batterij wordt niet
Herplaats de batterij in de juiste richting en zorg dat de AC netstroomadapter aangesloten is (
Herplaats de batterij in de juiste richting en zorg dat de AC netstroomadapter aangesloten is (P
opgeladen.
opgeladen.
Het opladen verloopt traag. Laad de batterij op bij kamertemperatuur (
Het opladen verloopt traag.
Laad de batterij op bij kamertemperatuur (P
De indicatorlamp knippert
De indicatorlamp knippert
tijdens het opladen of Z
Z
tijdens het opladen of
• • Er zit vuil op de polen van de batterij
Er zit vuil op de polen van de batterij: Maak de polen van de batterij schoon met een zachte, droge doek.
wordt weergegeven op de
wordt weergegeven op de
• • De batterij is heel vaak opgeladen
De batterij is heel vaak opgeladen: Het einde van de levensduur van de batterij is bereikt. Koop een nieuwe batterij.
LCD-monitor en de batterij
LCD-monitor en de batterij
Neem contact op met uw FUJIFILM-dealer als de batterij nog steeds niet kan worden opgeladen.
Neem contact op met uw FUJIFILM-dealer als de batterij nog steeds niet kan worden opgeladen.
laadt niet op.
laadt niet op.
■ ■ Menu's en schermen
Menu's en schermen
Probleem
Probleem
Het scherm is niet in het
Het scherm is niet in het
Selecteer
Selecteer NEDERLANDS
Nederlands.
Nederlands.
: Laad de batterij (P
P 18) of plaats een volledig opgeladen reservebatterij (
: Plaats de batterij nogmaals en in de juiste richting in het compartiment (P
P 15).
15).
: Warm de batterij op in een van uw zakken of op een andere plaats en stop de batterij pas vlak
: Maak de polen van de batterij schoon met een zachte, droge doek.
G
is geselecteerd voor
AUTOFOCUS INSTELLING > PRE-AF
is geselecteerd voor opnamestand: Selecteer een andere stand (
: Het einde van de levensduur van de batterij is bereikt. Koop een nieuwe batterij.
P 18) of plaats een volledig opgeladen reservebatterij (
: Laad de batterij (P
: Maak de polen van de batterij schoon met een zachte, droge doek.
: Het einde van de levensduur van de batterij is bereikt. Koop een nieuwe batterij.
NEDERLANDS voor
voor Q
Q a
a ( (P
Oplossing
Oplossing
18) of plaats een volledig opgeladen reservebatterij (P
: Vergrendel het afdekkapje van het batterijcomparti-
PRE-AF: Schakel
P 50, 55).
: Selecteer een andere stand (P
18) of plaats een volledig opgeladen reservebatterij (P
P iv). iv).
Oplossing
Oplossing
P 23, 104).
23, 104).
P 14).
14).
: Schakel PRE-AF
PRE-AF uit (
uit (P
P 93).
93).
50, 55).
P 14).
14).
P 18).
18).
P 14).
14).
131