De menu's gebruiken: Opnamestand
Y GRT.HOEKCONV.LENS
Y
GRT.HOEKCONV.LENS
Selecteer AAN bij het gebruik van een optionele groothoekconversielens (P 129).
w
w REGELRING-INSTEL.
REGELRING-INSTEL.
De functies die zijn toegewezen aan de regelring, instellen.
K
K TOUCH SCREEN MODUS
TOUCH SCREEN MODUS
Kies of touchscreen knoppen gebruikt kunnen worden om het scherpstelgebied te selecteren of om de sluiter te ontspannen (P 24).
c HF ASSISTENTIE
c
HF ASSISTENTIE
Kies hoe scherpstelling wordt weergegeven in de handmatige scherpstelstand (P 76).
• STANDAARD: Scherpstelling wordt op normale wijze weergegeven (scherpstelpiek en digitaal gesplitst beeld zijn niet beschikbaar).
• DIGITAAL SPLITSEN BEELD: Een weergegeven gesplitst zwart-witbeeld.
• FOCUS PIEK HIGHLIGHT: De camera versterkt contrastrijke contouren. Kies een kleur en een piekniveau.
k
k KNOP AE/AF-VERGR.
KNOP AE/AF-VERGR.
Als AE/AF-VERG B INDR is geselecteerd, blijft de belichting en/of scherpstelling vergrendeld zolang de AF-L/AE-L-knop is ingedrukt. Als
AE/AF-VERG AAN/UIT is geselecteerd, blijft de belichting en/of scherpstelling vergrendeld zolang de knop AF-L/AE-L is ingedrukt en ze
blijven vergrendeld tot de knop nog een keer wordt ingedrukt.
v KNOP AE/AF-VERGR.
v
KNOP AE/AF-VERGR.
Kies de functie die de AF-L/AE-L-knop vervult (P 85).
C LICHTMEETSYSTEEM
C
LICHTMEETSYSTEEM
Kies hoe de camera de belichting meet wanneer Intelligente gezichtsdetectie uit staat (P 63).
v INT. SPOT AE&SCHRPSTLGBD
v
INT. SPOT AE&SCHRPSTLGBD
Selecteer AAN om het huidige scherpstelkade te meten wanneer ENKEL PUNT is geselecteerd voor AUTOFOCUS INSTELLING >
SCHERPSTELLING en SPOT is geselecteerd voor LICHTMEETSYSTEEM.
96