Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Weergave En Autocalibratie; Controleren En Instellen - CMT CL Series Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Speciaal voor de nederlandse configuraties wordt de waarde van de sensor in leegtoestand reeds door
CMT in het geheugen van de vanaf dan daarbij behorende CL-NIV3 module opgeslagen. Dit heeft als
voordeel dat ook al is de tank (gedeeltelijk) gevuld bij de inbedrijfname van het meetsysteem er toch
met een correcte leeginstelling wordt begonnen. De weergave van het niveau kan tijdens de eerste be-
vulling aanzienlijk afwijken van de werkelijke inhoud, pas na een succesvolle autocalibratie is er sprake
van een nauwkeurige weergave. Er dient dan ook minstens gevuld te worden totdat de blauwe
RELEASE-LED uitgaat waardoor de autocalibratie plaatsvindt.
8.5

Weergave en autocalibratie

De nulinstelling van de sensorwaarde in leeg-toestand blijft opgeslagen in het geheugen van de CL-
NIV3-module, totdat deze door manupilatie met de drukknoppen (2 en 3) geforceerd veranderd wordt.
Voor de vol-instelling (span of range) wordt van het nauwkeurige schakelgedrag van de overvulbevei-
ligingssensor gebruik gemaakt. De automatische zelfcalibratie vindt plaats op het moment dat het niveau
in de tank het zogenaamde operationele schakelniveau bereikt, op de module aangeduid met RELEASE
en de blauwe LED, doorgaans ingesteld op 88% (volume). Als het niveau in de tank boven het
RELEASE level ligt is de blauwe LED uit en verschijnt in het display van de CL-NIV3 module een
recht streepje: bijv.[89%–].
Een automatische calibratie kan slechts onder bepaalde voorwaarden worden geactiveerd:
het systeem moet vrijgave van RELEASE gedetecteerd hebben
op het moment van inschakelen en
de stijging van het niveau moet minstens 5% bedragen en
de stijging mag echter niet meer zijn dan 10% per minuut en
de activering moet binnen ca. 2½ uur na het vullen plaatsvinden
Het (auto)calibreren is daarnaast en onafhankelijk van bovenstaande voorwaarden te bewerkstelligen
door even en tegelijkertijd de knopjes 1 en 3 in te drukken, dit leidt dan tot een weergave van het actuele
niveau op het ingestelde CAL-level, dus [88%~].
Verder is het ook mogelijk zowel de leeg- als de volreferenties door het even indrukken van de ver-
zonken drukknopjes opnieuw op te slaan. Een sensorsimulator en capaciteitsmeter zijn hierbij onont-
beerlijke hulpmiddelen, CMT kan u informeren over de aanschaf ervan. De procedures voor het gebruik
worden in de volgende paragrafen beschreven.
8.6

Controleren en instellen

De elektrische capaciteit van een sensor in leegtoestand en op een ander willekeurig niveau kan worden
gesimuleerd. Hiervoor is de simulator met digitale capaciteitsmeter nodig. Met deze instrumenten kun-
nen relatief eenvoudig alle instellingen en functies gemaakt, gecontroleerd en geverifieerd worden.
Opslaan van de leeg-waarde
schakel de voeding uit
regel de capaciteitssimulator af op Cn, deze staat vermeld in het sensorcertificaat en is bovendien
in de sensorflens gestempeld.
neem de groene sensordraad in de meetomvormer los
sluit de capaciteitssimulator aan op de vrijkomende terminal van de meetomvormer
schakel de voeding in
druk de knopjes 2 en 3 gelijktijdig in: [<3%~] verschijnt op het display
ter controle de capaciteitswaarde iets verhogen (bijvoorbeeld 10pF) waardoor de aanwijzing
meteen dient op te lopen, gebeurt dit niet dan is de nieuwe waarde niet overgenomen en moet de
procedure herhaald worden.
schakel de voeding uit
sluit de originele groene sensordraad weer aan
schakel de voeding in, hierna dient het display ongeveer het juiste niveau weer te geven.
17

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Cl-suCl-crc2Cl-slc1Cl-sla1Cl-ob1Cl-ob2 ... Toon alles

Inhoudsopgave