op te kunnen vangen. Voor de vulketen van de tankinstallatie biedt het systeem daartoe een vei-
ligheidsgerelateerd, fail-safe uitgangscontact. De voor de tankinstallatie verantwoordelijke draagt verder
zorg voor een juiste installatie, ingebruikname en gebruik.
Het systeem voldoet aan de diverse nationale en europese richtlijnen, voorschriften en eisen voor pri-
maire en secundaire veiligheid, tabel 6 geeft een overzicht. De fabrikantverklaringen (1 t/m 4) en/of cer-
tificaten (2, 3, 5, 6 en 7) worden u op verzoek toegestuurd. In de daarna volgende toelichtingen worden
onder andere de fundamantele voorschriften gegeven die onder het betreffende item vallen
pos
richtlijn, voorschrift of norm
laagspanningsapparatuur
1
Low Voltage Directive (LVD)
elektromagnetische compatabiliteit
2
Electro Magnetic Compatibility (EMC)
plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen
3
ATmosphere EXplosives (ATEX)
drukapparatuur
4
Pressure Equipment Directive (PED)
VdTÜV-Merkblatt 100
5
Überfüllsicherungen für Flüssiggas
(VdTÜV-MB100)
MSR-Schutzeinrichtungen:
6
- grundliegende Sicherheitsbetrachtungen
- Anforderungen und Maßnahmen
Regels voor toestellen onder druk:
Voorschriften voor de type-beoordeling en het
7
onderzoek van toebehoren voor LPG-installa-
ties
tabel 6 overzicht van richtlijnen en voorschriften
ad.1 elektrische veiligheid
De lucht- en kruipwegen van de afzonderlijke eurocardmodules tussen de circuits van de schakelcontac-
ten onderling en die met de besturingselektronika voldoen aan IEC664/VDE0110 (250V / overvoltage
cat.II / pollution degree 2).
Het is niet toegestaan om op één module of de backplane CL-BPL2 gelijktijdig zowel vei-
lige- als niet-veilige spanningen aan te sluiten op de schakelende uitgangen. Indien er niet-
veilige spanningen aangesloten worden moet er bovendien een aanraakbeschermende be-
huizing gebruikt worden.
ad.2 elektromagnetische compatabiliteit (EMC)
De verbindingskabel tussen de meetomvormer en de verwerkingselektronica moet
afgeschermd zijn. De afscherming moet en mag alléén aan de omvormerzijde aan de
interne PA-klem aangesloten worden, en mag dus niet geaard worden aan de zijde van de
verwerkingselektronika. De frontplaten van de eurocardmodules moeten laag-impedant
geaard worden.
ad.3 explosieveiligheid
Het CL-systeem beschikt over explosieveilige meetcircuits waardoor de sensor met bijbehorende mee-
tomvormer geschikt is voor het gebruik in opslagtanks voor brandstoffen of andere brandbare stoffen.
Door het hoogste niveau van bescherming is er adequate veiligheid voor zone 0 voor stoffen tot en met
nummer
73/23/EEG
89/336/EEG
94/9/EG
97/23/EG
n.v.t.
CL-SLA1: Tl. 2 TÜV.ÜS 2.01-048
CL-SLC1 :Tl. 3 TÜV.ÜS 3.00-047
DINV19250
DINV19251
M0806
Nederlandse voorschriften
opmerkingen
CE-markering
CE-markering
markering: CE 0344
markering: CE 0044
Duitse richtlijnen
CL-SLA1: AK4
CL-SLC1: AK5
10