Reiniging van de apparaten
Voor het reinigen van de binnenkant van het appa-
raat en voor de toegang tot de elektrische onder-
delen is het noodzakelijk om de apparaatbehuizing
te openen.
AANWIJZING!
Reparatie- en onderhoudswerkzaamheden
mogen alleen door geautoriseerd vakpersoneel
worden uitgevoerd.
1.
De twee bevestigingsschroeven [C] los-
draaien.
2.
De serviceklep optillen en dan de bovenste
lussen eraf halen.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
C
De lamellen van de condensator ofwel door
uitblazen, wegzuigen of met een zachte bor-
stel of kwast reinigen.
De verdamperlamellen b.v. met een lauw-
warme zeepoplossing of soortgelijke mid-
delen reinigen.
AANWIJZING!
Bij het reinigen van de wisselaar is voorzichtig-
heid geboden omdat de fijne aluminium
lamellen heel snel kunnen verbuigen.
Geen directe waterstraal gebruiken.
Met schoon water naspoelen om aanhech-
tende zeepresten te verwijderen.
De binnenvlakken van het apparaat en de
ventilatorbladen reinigen.
Condensval en de aansluitnippels reinigen.
Na het reinigen moet het apparaat worden
gedroogd. Let daarbij op de elektrische
componenten!
Alle gedemonteerde delen weer in omge-
keerde volgorde correct monteren.
Een functiecontrole van het apparaat en een
elektrische veiligheidscontrole uitvoeren.
WAARSCHUWING!
Na alle werkzaamheden aan de apparaten
moet een elektrische veiligheidscontrole vol-
gens VDE 0701 worden uitgevoerd.
27