4
Montage
4.1 Plaatsing van het apparaat
Voor een optimaal economisch verantwoord en
veilig bedrijf van het apparaat dienen de volgende
aanwijzingen absoluut in acht te worden genomen:
n
De apparaten moeten stabiel en horizontaal
worden opgesteld zodat een ongehinderde
afvoer van condens is gegarandeerd
n
Indien mogelijk moeten de apparaten in het
midden van de ruimte worden opgesteld zodat
een optimale luchtcirculatie is gewaarborgd
n
Het moet gegarandeerd zijn, dat de lucht aan
de voorkant van het apparaat ongehinderd kan
worden aangezogen en aan de achterkant
ervan weer ongehinderd uitgeblazen kan
worden
n
De afstand tot de muren dient ten minste 50
cm te bedragen
n
De apparaten mogen niet in de directe omge-
ving van verwarmingselementen of andere
warmtebronnen worden opgesteld
n
De ruimte die gedroogd of ontvochtigd moet
worden, dient afgesloten te zijn van de ruimte
daarbuiten
n
Er wordt een betere luchtcirculatie bereikt, als
de apparaten op een hoogte van ca. 1 m
worden opgesteld
n
Open ramen, deuren, etc. en het herhaald
betreden en verlaten van de ruimte dient
zoveel mogelijk te worden vermeden
n
Worden de apparaten in een stoffige omgeving
ingezet, dan moeten overeenkomstig de betref-
fende omstandigheden bijzondere, aangepaste
verzorgings- en onderhoudsmaatregelen
worden uitgevoerd
n
De prestaties van het apparaat zijn volledig
afhankelijk van de ruimtelijke omstandigheden,
omgevingstemperatuur, relatieve luchtvochtig-
heid en het navolgen van de aanwijzingen voor
de opstelling
n
De apparaten mogen niet worden gebruikt in
sterke stof- /resp. chloorhoudende omgeving of
in stallen met ammoniakhoudende atmosfeer
AANWIJZINGEN:
–
Houd de ramen en deuren gesloten!
–
Houd minstens 0,5 m afstand tot de
wanden.
–
Houd afstand van radiatoren of andere
warmtebronnen.
Afb. 6: Plaatsing van het apparaat
4.2 Transport apparaat
Om ze gemakkelijk te kunnen vervoeren zijn de
apparaten met 2 grote wielen en een ergonomisch
gevormde transport- en beschermbeugel uitgerust.
Deze kan indien nodig ook eenvoudig gedemon-
teerd worden.
Bij het transport van het apparaat moet op het vol-
gende gelet worden:
1.
Voor elke verandering van plaats het appa-
raat uitschakelen en de voedingsstekker uit
het stopcontact trekken.
2.
De apparaten bij voorkeur alleen rechtop-
staand transporteren.
3.
Als het apparaat liggend moet worden
getransporteerd, moet voor het inschakelen
ten minste 1 uur worden gewacht terwijl het
apparaat rechtop staat.
AANWIJZING!
Er moet worden gelet op nadruppelend con-
dens. Na het uitschakelen van de apparaten
kan de verdamper onder invloed van de omge-
vingstemperatuur nog verder ontdooien.
WAARSCHUWING!
De netkabel mag nooit als treksnoer of als
bevestigingsmiddel worden gebruikt.
15