De relatieve luchtvochtigheid
Onze omgevingslucht is een mengsel van gas en
bevat altijd een bepaalde hoeveelheid water in de
vorm van waterdamp. Deze waterhoeveelheid
wordt aangegeven in g per kg droge lucht (abso-
luut watergehalte).
1m
3
lucht weegt ca. 1,2 kg bij 20 °C
Afhankelijk van de temperatuur kan iedere kg lucht
slechts een bepaalde hoeveelheid waterdamp
opnemen. Als deze opnamegeschiktheid is bereikt,
is er sprake van „verzadigde" lucht; deze heeft een
relatieve luchtvochtigheid (r.v.) van 100%.
Met de relatieve luchtvochtigheid wordt dus de ver-
houding aangegeven tussen de hoeveelheid
waterdamp die op dat moment in de lucht is, en de
maximaal mogelijke hoeveelheid waterdamp bij
gelijke temperatuur. Het vermogen van de lucht om
waterdamp op te nemen, wordt hoger naarmate de
temperatuur stijgt. Dat betekent dat het maximaal
mogelijke (= absolute) watergehalte groter wordt
naarmate de temperatuur stijgt.
Waterdampgehalte in g/m
Temp.
bij een luchtvochtigheid van
°C
40%
-5
1,3
+10
3,8
+15
5,1
+20
6,9
+25
9,2
+30
12,9
°C
80%
-5
2,6
+10
7,5
+15
10,2
+20
13,8
+25
18,4
+30
24,3
Het uitdrogen van materialen
Bouwmateriaal resp. bouwonderdelen kunnen aan-
zienlijke hoeveelheden water opnemen; bijv. tegels
90-190 l/m
steen 180-270 l/m
materialen zoals bijvoorbeeld metselwerk gaat als
volgt:
Het aanwezige vocht verplaatst zich van de bin-
nenkant van het materiaal naar de oppervlakte.
3
60%
1,9
5,6
Afb. 2: Uitdrogen van een vochtige muur
n
Aan de oppervlakte vindt een verdamping
7,7
plaats = overgang van waterdamp naar de
10,4
omgevingslucht
n
De met waterdamp verrijkte lucht circuleert
13,8
continu door de REMKO luchtontvochtiger. De
18,2
lucht wordt ontvochtigd en verlaat licht ver-
warmd het apparaat om opnieuw waterdamp
op te nemen
n
Het aanwezige vocht in het materiaal wordt op
100%
deze manier langzamerhand verminderd
3,3
Het materiaal wordt droog!
9,4
De ontstane condens wordt verzameld in het appa-
raat en afgevoerd.
12,8
17,3
23,0
30,3
Afb. 3: Functie verzamelen en afvoeren van con-
densaat
3
, zwaar beton 140-190 l/m
3
. Het uitdrogen van vochtige
3
, kalkzand-
11