Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Externe Vochtigheidssensor; Elektrische Installatie - Munters MLPlus Gebruiksaanwijzing

Ontvochtigingssysteem
Inhoudsopgave

Advertenties

5.13 Externe vochtigheidssensor

Wanneer de unit is ingesteld op AUT, kan deze worden geregeld via een externe vochtigheidssensor.
De elektrische aansluitingen worden gemaakt op de aansluitpunten van het elektrische controlepaneel.
Voor informatie over elektrische aansluitingen, zie de bedradingsschema's die met het apparaat worden
meegeleverd.
Zie ook paragraaf 5.14, Elektrische installatie.
Een vochtigheidssensor moet zich 1-1,5 m boven de vloer bevinden. De sensor moet zo worden geplaatst
dat deze niet direct wordt blootgesteld aan droge lucht afkomstig uit het apparaat of vochtige lucht die via
open- en dichtgaande deuren binnenkomt. Plaats hem uit de buurt van warmtebronnen en direct zonlicht.
Een in het kanaal gemonteerde sensor moet ver genoeg van het afvoerkanaal van de unit worden
gemonteerd om een stabiele vochtigheidswaarde te verkrijgen.

5.14 Elektrische installatie

W W W AARSCHUWING!
AARSCHUWING!
AARSCHUWING!
Alle elektrische aansluitingen van apparatuur moeten worden uitgevoerd conform de lokale voorschriften en door
gekwalificeerd personeel. Risico van elektrocutie.
W W W AARSCHUWING!
AARSCHUWING!
AARSCHUWING!
Het apparaat mag nooit op een ander voltage of andere frequentie worden aangesloten dan waarvoor het is
ontworpen. Zie het identificatieplaatje van het apparaat.
Het apparaat is ontworpen voor een driefasenvoeding met vijf geleiders. Ieder apparaat wordt geleverd met
alle interne bedrading compleet geïnstalleerd en geconfigureerd in overeenstemming met de spanning en
frequentie vermeld op het identificatieplaatje, zie 1.6, Merktekens.
Zie ook 5.9, Montage wanneer het apparaat in afzonderlijke onderdelen wordt geleverd.
De netvoeding is permanent aangesloten op de hoofdschakelaar. De voedingskabel en hoofdzekeringen
moeten overeenkomen met de specificaties van het te installeren apparaat. Zie het identificatieplaatje en de
bedradingsschema's voor details over de elektrische aansluiting.
OPMERKING!
De voedingsspanning mag niet meer dan +/- 10% afwijken van de gespecificeerde
bedrijfsspanning.
De kabels voor de sensoren en andere externe apparatuur kunnen in het elektrische paneel worden geleid
door de verwijderbare kabelflens, zie Figuur 5.18 .
Figuur 5.18 Verwijderbare kabelflens, voorbeeld
32
Installatie
ML Plus-ontvochtigingssystemen
TNL-MLP-D1310

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave