ML Plus-ontvochtigingssystemen
3.3 Voor- en nabehandeling
Voorbehandeling en nabehandeling van de proceslucht wordt doorgaans uitgevoerd door de volgende
functionele onderdelen:
Toevoerkleppen om het apparaat van de luchtstroom te isoleren. De regelkleppen worden aan de
■
buitenzijde van het apparaat gemonteerd.
Een mengkast mengt de verse lucht met circulatielucht.
■
Verwarmingselement: het verwarmingselement kan elektrisch zijn of gebruik maken van heet water als
■
verwarmingsmedium. De spiraal moet vervolgens worden aangesloten op een externe mediumtoevoer.
Het is mogelijk een pomp van het regelsysteem te beheren.
Koelelement: het koelelement (spiraal) maakt gebruik van gekoeld water, evt. gemengd met glycol.
■
De spiraal moeten worden aangesloten op een externe mediumtoevoer. Het regelsysteem regelt een
schakelaar om het dauwpunt en/of koel-instelpunt te behouden. Het is mogelijk een pomp en/of koeler
van het regelsysteem te beheren.
Bevochtiging door verdamping of stoominjectie om de gespecificeerde procesluchtkwaliteit tijdens
■
droge omgevingsomstandigheden te bereiken. Zie de bijlage van de bevochtiger.
Filters voor verschillende luchtkwaliteitsoorten. Filters kunnen worden voorzien van drukvalsensoren
■
ten behoeve van een "geblokkeerd filter"-alarm.
Een toevoerventilator om de vereiste externe druk te bereiken.
■
V V V OORZICHTIG!
OORZICHTIG!
OORZICHTIG!
Spiralen moeten tegen vorst worden beveiligd. Zie paragraaf 4.2, Waterelementen.
3.4 Directe-expansiekoeling
Van toepassing op directe-expansiekoeling.
Een gedetailleerde beschrijving van de DX-koelfunctie en de respectieve onderdelen vindt u terug in de
DX-bijlage.
Belangrijke informatie voor de operator van het directe-expansiekoelsysteem vindt u in de DX-bijlage.
Het verplichte logboek voor inbedrijfstelling en service is ook beschikbaar in de DX-bijlage.
W W W AARSCHUWING!
AARSCHUWING!
AARSCHUWING!
Voor de bediening van directe-expansiekoelsystemen die gefluoreerde broeikasgassen bevatten zijn strikte
wettelijke beperkingen van toepassing. Lees er meer over in de DX-bijlage.
TNL-MLP-D1310
Systeemontwerp en functie
9