Advertenties
Vulling correctie...................................... 166
Terminal – machinefuncties ............................. 139
Terminal – menu's ............................................ 155
Terminal in- of uitschakelen ............................. 135
Terminal in-/uitschakelen ................................. 131
Terugkerende symbolen................................... 156
TIM
Functiewijze ........................................... 149
Toetsen in het werkscherm .................... 149
TIM 1.0 (Tractor Implement Management)
bedienen........................................................... 148
TIM-functies activeren ...................................... 150
TIM-functies pauzeren...................................... 151
TIM-software configureren (terminal) ............... 180
TIM-weergaven en toetsen in het werkscherm 149
Toetsen ............................................................ 140
Totaalteller........................................................ 177
Touchdisplay ............................................ 131, 134
Touwbinding ..................................................... 101
Touwkast vooruit-/terugzwenken...................... 105
Touwlagen aantal (touwbinding, terminal)........ 161
Touwrollen met elkaar verbinden ..................... 101
Touwspanning aan de touwrem instellen ......... 202
Touwspanning aan de touwspanning instellen. 202
Trappen naar binding gebruiken ........................ 82
Trekoog reinigen .............................................. 222
Tussenas ............................................................ 57
Lengte aanpassen.................................... 58
Tussenas aan de trekker monteren.................... 61
Tussenas borgen.............................................. 194
Tussenas op de machine monteren ................... 57
Tussenas smeren ............................................. 214
Tussenashouder monteren ................................ 58
Typeplaatje ......................................................... 44
VariPack V 190 XC
Originele handleiding 150001187_03_nl
V
Veilige werking: Technisch onberispelijke toestand
........................................................................... 17
Veiligheid ............................................................ 14
Veiligheidsaanduidingen aan de machine .......... 21
Veiligheidsinrichtingen in goed werkende staat
houden ............................................................... 20
Veiligheidsketting ............................................... 50
Veiligheidsketting monteren ............................... 64
Veiligheidsroutines ............................................. 28
Veiligheidsstickers aan de machine ................... 30
Veiligheidsuitrusting ........................................... 39
Verdeling van de oliekwasten op de machine .. 237
Vereisten aan de trekker - elektrisch systeem ... 51
Vereisten aan de trekker - remsysteem ............. 51
Vereisten aan de trekkerhydrauliek .................... 51
Vereisten aan het trekkervermogen ................... 51
Verkeersveiligheid .............................................. 21
Verlichting voor het rijden op de weg aansluiten 64
Verlichting voor rijden op de weg controleren .. 195
Vervuiling van het hydrauliek- en/of
brandstofsysteem ............................................... 23
Visuele controle uitvoeren ........................ 221, 240
Vloeistoffen onder hoge druk ............................. 25
Vochtmeting (terminal) ..................................... 172
Vochtmeting correctiewaarde (terminal)........... 173
Vochtmeting foutmelding (terminal).................. 172
Vóór werkzaamheden aan de hydraulische
installatie .......................................................... 239
Voorbereidingen voor het persen ....................... 76
Voorsignalering (terminal) ................................ 162
Voorsignalering instellen .................................. 114
Vulling correctie (terminal)................................ 166
Trefwoordenlijst
21
267
Advertenties
